Helaas was zijn maat niet bij hem in de buurt gebleven en dat wist
Thomas niet; hij hoorde iets achter zich en draaide zich om terwijl hij riep.
Op hetzelfde ogenblik zwaaide er een klewang door de lucht die langs z'n
helm in zijn gezicht terecht kwam. Behalve een diepe snjwond moest hij
het gevecht bekopen met verlies van al z'n
voortanden en een deel kiezen.
Hij had gerekend op rugdekking van z'n maat, maar dat was mis gegaan.
Zijn stengun stond op scherp en de man met de klewang was z'n eerste
slachtoffer. Maar ook de mannen in de hut. Thomas ging achter een
klapperboom staan en schoot op alles wat in zijn richting kwam. Zijn
detachement had natuurlijk het schieten gehoord en omsingelde de
kampong. In de kampong werden wapens gevonden en dan zag het er
voor zo'n dorpje niet best uit.
"Het was afschuwelijk allemaal," zegt Thomas, "Het had niet
moeten gebeuren."
Het duurde tot de volgende dag eer Thomas in een hospitaal aan
z'n verwondingen kon worden geholpen. De wonden moesten worden
gehecht en dat kon niet ter plaatse.
Ooit eerder had hij er wel eens aan gedacht om beroepsmilitair te worden,
maar toen Thomas weer wat was opgeknapt, dacht hij dat het in zijn
dorpje Limmen toch een stuk veiliger en ook veel leuker zou zijn.
In december 1949 kwam hij weer samen met z'n Brabantse en Limburgse
kornuiten van 3-11 Rl, waarmee hij in 1 946 op Celebes aankwam, in ons
goede vaderland terug.
NIET ALLES KOMMER EN KWEL
Van de vele Limmer soldaten die tijdens de politionele actie in Indonesië
zijn geweest, hadden de meesten het veel minder zwaar dan Thomas Min.
Sommigen zullen zich in de verhalen van Thomas herkennen, anderen in
de verhalen van andere jongens.
JAARGANG NR. 7 1993
34