trok bij het neerkomen te hard aan een van de koorden met het gevolg dat
hij met een harde smak op moeder aarde belandde. "Zware
hersenschudding", constateerde de hospik, en Thomas was voorlopig wel
even uitgesprongen. Maar hij was alweer snel terug, want hij wilde z'n
brevet halen en daarvoor moest hij acht keer springen.
VUUR UITLOKKEN
Toen de opleiding achter de rug was kwam het grote werk. De
luchtlandingstroepen werden overal ingezet waar snel moest worden
ingegrepen. Voor biljarten en koffie in de kantine was geen tijd meer want
er was volop actie op Java.
Dat springen kon natuurlijk niet van grote hoogte, immers lang in de lucht
hangen betekende mooi oefenmateriaal in prijsschieten voor de vijand. Er
werd gesprongen van 600 voet hoogte (zeg maar 200 meter) en dat is erg
dicht bij de grond voor parachutespringen. Bovendien hadden de illegale
strijders hun gebied beveiligd tegen dat soort luchtlandingen. Soms
hadden zij de open stukken in hun gebied vol gezet met doorgesneden
bamboestaken. Als je daarop landde, was je meteen een satétje dus daar
moest je goed voor uitkijken.
Eens, toen men wist waar Soekarno zat, werd een plan beraamd om hem
te gaan arresteren. Dat was een klusje voor de grondtroepen, maar men
begreep wel dat het bevrijdingsleger een vitale brug zou opblazen, zodra
die troepen in aantocht waren. In de buurt van die brug werden
parachutisten ingezet, om zo snel mogelijk de brug te gaan bezetten en
de grondtroepen ongehinderd te laten passeren. Maar als para's eenmaal
op de grond zijn, weten zij niet van welke kant zij de vijand kunnen
verwachten. De tactiek was vaak dat vrijheidsstrijders de Nederlanders
rustig lieten komen, totdat zij gunstig onder schot lagen. Vanuit de
hinderlaag werd dan vuur gegeven.
Om de plaats waar die strijders zich bevonden te kunnen traceren, had
men een nogal gevaarlijk kunstje bedacht, nl. 'vuur uitlokken'.
JAARGANG NR. 7 1993
32