DE GEMEENTERAAD VAN LIMMEN VANAF 1910
Mijn oorspronkelijke plan om de raadsverslagen van 1910-1915 verkort
weer te geven heb ik tijdens het doorlezen ervan snel moeten laten varen.
Het bleek namelijk dat in 1910 er nogal wat raadbesluiten waren welke
overeenkomst vertonen met dingen die nu in Limmen aan de orde zijn. Ik
heb me dus uit ruimtegebrek moeten beperken tot het jaar 1910. In een
volgende uitgave zal ik dan verder gaan. Oordeelt u zelf maar.
In 1910 bestond de gemeenteraad uit de volgende personen:
Burgemeester en tevens gemeentesecretaris was S.G.L.F. baron van
Fridagh. De Wethouders waren N. de Jong en P. Kuys, de Raadsleden: T.
Valkering, J. Kleef, C. Vis, W. Kooy en C. Pepping.
In december van 1909 had de gemeenteraad al besloten dat er eindelijk
eens een nieuw gemeentehuis moest worden gebouwd. Het
gemeentehuis waar tot op dat moment gebruik van werd gemaakt was
gehuisvest in het pand aan de Dusseldorperweg-hoek-Stetlaantje.
Tegenwoordig is dit de woning en tevens praktijkruimte van de tandarts R.
Blom.
Voordat deze erin trok was de woning eigendom van de
timmerman/aannemer J. Pepping, welke de woning van de gemeente had
gekocht voor f 2185,-.
Aan de bouwstijl en de kozijnen is te zien dat het feitelijk niet als woonhuis
is gebouwd.
Vroeger was het normaal dat er naast, of aan het gemeentehuis vast een
dienstwoning gebouwd was voor de plaatselijke veldwachter. Er diende
ook een cachot bij aanwezig te zijn. Een cachot ofwel een cel was in die
tijd niet bepaald een riant onderkomen. Nee, het was een kille
onverwarmde ruimte voor personen die iets uitgevreten hadden en door
de veldwachter opgepakt waren wegens dronkenschap of iets anders dat
niet mocht.
JAARGANG NR. 7 1993
20