horen in zijn bezit. Dat was hem door Hendrik van Tetrode, de
oorspronkelijke bezitter, in 1403 gegeven. Hendrik ontving het goed weer
terug in onversterfelijk erfleen van Jan.
DE VAL VAN DE ABDIJ
In 1568 besloeg het bezit van de abdij in Limmen nog slechts 72 morgen
land 4,5 hoeve). Deze vermindering is misschien het gevolg geweest
van de verslechterde omstandigheden van de abdij in die tijd.
In 1561 werden in Nederland de bisdommen ingesteld. Het jaarlijkse
inkomen voor de bisschoppen moest komen uit het bezit van een abdij,
besloot men. De abdij van Egmond werd ingelijfd door de bisschop van
Haarlem. Dit betekende uiteindelijk de geestelijke en materiële neergang
van de abdij. Er ontstonden schulden die moesten worden opgevuld door
voorschotten.
Tijdens het begin van de 80-jarige oorlog en de Reformatie, eisten de
Staten van Holland bij resolutie uitlevering van goud, zilver en andere
kostbaarheden "tot steun der gemeene zaak". Op driekoningendag 1573
bezetten 600 geuzen van de troepen van Jacob Cabbejau het klooster.
De monniken vertrokken. Begin maart begonnen de geuzen met de
afbraak van het klooster. De Staten namen het beheer van de
kloostergoederen op zich. In 1577 werden de goederen aan de steden
toegewezen, die er alimentatie voor de ter stede overgebleven monniken
van betaalden. Een gedeelte werd bestemd tot salariëring van
professoren van de Leidse universiteit.
Kees Drujven
JAARGANG NR. 7 1993
19