restrictie dat de erfgenamen het land alleen op dezelfde huur mochten
houden, mits aan de abt en convent de 'Voerhuyre' (voorhuur) werd
betaald ten bedrage van een half jaar huur.
"23 nov. 1534.... dat Dirck Steffensz, Gheryt Claesz, Claes Claesz, Niel
Dircksz en Willem Dircksz ten verzoeke van den meier van het Godshuis
getuigd hebben, dat het gewoonte is, dat de erfgenamen van overleden
vroonlieden hun vroonland binnen zes weken met de halve vroonhuur
'voermieden' (voorhuren)." De huren golden wel voornamelijk de meestal
zeer oude bezittingen. De erfhuurders leefden er onder een geheel eigen
rechtsstelsel.
De pacht moest drie maal per jaar worden voldaan. Voor Limmen en
Oesdom was dat "te meye (1 mei), St. Jacobsmisse (25 juli) en
Alderheyligemisse (1 nov.)." Op deze laatste dag moesten ook de
bijdragen in natura worden geleverd. Degenen die de pachtsom in natura
betaalden werden nauwkeurig geregistreerd. De produkten die zij
leverden waren o.a. eieren, peper, schotels, kapoenen en hoenders.
Opmerkelijk is de grote levering van de oude erflanden in
Limmen/Oesdom. De opgave van 1410 - 1418 spreekt van een geldelijke
opbrengst van 36 pond, 18 stuivers en van 200 ganzen en 310 hoenders.
Op het niet voldoen van de pachtsom stond een straf (pandinc). De abt's
meier in Limmen mocht het huis van een schuldenaar binnengaan en er
een pand uitzoeken, dat tot zijn beschikking bleef tot de schuld voldaan
was.
13 juni 1474. Stadhouder en Raad in Hollant, Zeelant en Vrieslant
gelasten op verzoek van de abt van Egmonde, den eersten deurwaarder,
om in de parochiekerken van Oesdom en Lymmen af te kondigen, dat
allen, die vroonlanden van het klooster in gebruik hebben, binnen een
maand aan de meier van de abt de grootte en de belending daarvan
moeten opgeven." Deze mededeling werd drie keer afgekondigd. "25 juli
1475. Erkenraet, weduwe van Jan Claesz, verklaart in tegenwoordigheid
van de abt heer van Poelgeest, de prior heer Claes van Hoichtwoud, de
vroonmeester heer Oedsier van Cralingen en de meier Rembrandt
Michyelsz, dat zij haar vroonland wegens verzuim van aangifte verbeurt
had, doch dat de abt haar het gebruik
JAARGANG NR. 7 1993
15