genwoordigden. We kunnen hierbij denken aan de verwerving van
produkten die thuis zeldzaam waren, zoals vis, zout, wol of wijn. Of daar
waar een gunstige plek was langs belangrijke verkeersaders. Limbon had
voor haar misschien toen al betekenis als handelscentrum
(overslagplaats, visvervoer). Ook zullen de 'tien mansus' (hoeven)
produkten van de akkers hebben geleverd.
DE GRAVEN VAN KENNEMERLAND
Medio 9de eeuw stormden de Noormannen massaal ons land binnen. Er
ontstond chaos en verlies van goederen. De grootgrondbezitters en de
bisschop vluchtten. De bisschop dook onder te Deventer waar hij van 858
tot 918 verbleef.
Het overheidsgezag was ontregeld. Het Frankische rijk was na de dood
van Lodewijk de Vrome opgedeeld onder zijn zoons die met elkaar in een
machtsstrijd verwikkeld waren. Om de Noormannen te bestrijden en te
weren werden door Lodewijk de Vrome vlak voor diens dood (840) twee
Noormannen, de gebroeders Harald en Rorik (deense prinsen), beleend
met gebieden in Nederland. Rorik verwierf o.a. het kustgebied. In een
oorkonde uit 862schonk keizer Karel III (deDikke) aan Rorik 'beneficia':
bijzondere lenen en bezittingen voornamelijk in Kennemerland. Zijn ruwe
deense opvolger Godfried (882) werden door de keizer de grafelijke
rechten en het gebied van Rorik overgedragen. Godfried werd in 885
vermoord. Koning Arnulf stelde toen een friese graaf aan nl. Gerulf. Die
kreeg van de koning in bijna ieder dorp één of twee hoeven. Intussen is de
noormannentjd bijna voorbij en de macht der graven neemt toe. Zij
verstevigen hun positie en worden landsheren.
Diederik, of Dirk l, de zoon van Gerulf, werd in 922 graaf over
Kennemerland. Hij stichtte het klooster te Egmond. Dirk l had overigens
ook de grafelijke rechten in Rijnland (Zuid-Holland) en West-Friesland (tot
het Vlie). Van de westfrankische koning Karel lll (de Eenvoudige) kreeg hij
in 922 een oorkonde waarin de koning hem bepaalde goederen schenkt
waaronder
9
JAARGANG NR. 7 1993