Jaargang nr. 6 1992
LIMMER CONTOUREN
Van Dorpen en Gehuchten
De geografische ligging en de naamkundige betekenis van de buurten in
Limmen.
In jaarboekje 5 bevonden we ons aan de boorden van het middeleeuwse
Limmen: grenzen en dijken. Nu stappen we voorzichtig het bewoonde
gebied binnen.
Zó zie ik het 13e eeuwse Limmen vóór me liggen: De pas aangebouwde
toren van het kerkje steekt trots boven de bomen uit. Het is de blikvanger
van het dorp. De laatste slagen van de nieuwe klok versterven in het
moerassige land van de zuidelijk gelegen buurt Those. Door het drassige
gebied van de buurt wijst de Nesdijk een droge weg naar het noorden,
naar de hoger gelegen strandwal. Daar ligt de kerkbuurt - de kerklaan met
aan weerszijden huisjes. Ook rond de kerk zijn ze te vinden. De zandige
weg splitst zich oostelijk van de kerk in een noord-zuid richting. Een blik
noordelijk van de kerk toont open stukken land; akkertjes en weiland in
perceeltjes gerangschikt. Maar ook bebossing van eik, beuk en berk die
hier en daar het blikveld ontneemt. Op sommige plekken ontwaar je echter
nog wat huizen en boerenplaatsen bijeen.
Een gedachte: Het zou niet veel veranderd hoeven zijn. Nu nog zijn er
buurtjes; plukjes huizen bijeen of in een rij. Perceeltjes met bollen en
diverse weilandjes. Maar ik moet al héél goed nadenken. Uit m'n jeugd
herinner ik me nog 'de koekoek', en het 'landje van voetel'. Het
'kraaienbos', dat nu nog maar een bosje is...
WAAR GAAN WE WONEN
Dachten de eerste bewoners na over een ruimtelijke ordening? Deelden
de Limmers hun gebied in, in werk- en leefgebied? Of streken ze in
wanorde ergens neer, als een koppel mussen op een plek waar de
meeste kruimels liggen?
3