Jaargang nr. 6 1992 Zo langzamerhand kreeg je bonkaarten voor de voornaamste levensbehoeften. Wat het eten betreft hadden we geen gebrek; maar om het gaar te krijgen was vooral de laatste tijd wel eens moeilijk. Er zijn heel veel hagen, die de akkers scheidden, gerooid en voor dat doel gebruikt. Kleding voor de kinderen maakte je van afdankertjes die je kreeg, of van wat je zelf niet meer aankon. Onderduiken was ook angstig. Er werd een ruimte gemaakt onder de kamervloer, door eerst een luik in de vloer te maken en daarna het zand weg te scheppen. Er werd stro in gelegd om het wat prettiger te maken. Voorwerpen zoals koperwerk en de radio gingen er in. Als het nodig was dook mijn man er ook in. Met die razzia's wist je het maar nooit. Een keer op zondagmorgen waren ze zo vroeg dat er niet meer aan te ontkomen was. Piet ging mee met wat kleding en eten: daar zat je dan met twee kleuters. Er zijn toen veel mensen opgepakt en later bleek dat er veel, vooral Limmers, weer zijn vrijgelaten. Zo kwam, toen het al donker was, mijn man weer terug. De schuur is een keer gevorderd geweest voor demonstratie van gasmaskers. Het duurde wel een paar dagen voor je die weer normaal kon gebruiken. Ook werden de aardbeien in beslag genomen en naar Heiloo op trein gezet. Dat moesten we zelf doen, maar ze werden wel betaald. De grootste schrik is geweest toen een straaljager over Limmen ging en dicht in onze buurt een hele lading kogels afvuurde, waarbij mevrouw Haanstra en kind de dood vonden. De laatste winter was het heel druk met etenhalers. Het gebrek aan eten was zo groot. We lieten ze even uitrusten en gaven ze een broodje. Meer kon je niet doen. 44

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1992 | | pagina 45