Jaargang nr. 6 1992
TAANTE
Het eerste huis als je de Pagelaan in kwam, was dat van Piet Gerritse.
Het stond op de plaats waar nu Piet Valkering woont.
Piet Gerritse was een goedaardige man; hij was weduwnaar geworden
maar later weer hertrouwd met een jongere vrouw. Alles wat ik van haar
weet is dat zij Marie heette en dat het een kwaaie feeks was. Ook weet ik
dat zij een bok hield en dat weet ik nog zó goed, dat ik dat dier nog ruik
als ik er ook maar aan denk. Een onvoorstelbaar stinkdier was het.
Tenminste, dat waren zo een paar dingen die Marie voor ons, kinderen, in
een slechte reuk zette. Een bijkomstigheidje was nog dat zij zo ongeveer
dagelijks naar de dokter ging en dat tot groot ongenoegen van onze
geneesheer, die het ook zonder Marie al druk genoeg had. De volwassen
mensen in de buurt zeiden dat Marie leed aan 'ingebeelde ziekten'.
Wij kinderen onder elkaar spraken niet van 'Marie' maar voor ons heette
zij 'Taante'. Dat kwam omdat zij in de vakantietijd wel eens een logeetje
kreeg, een meisje dat Lien heette. Dat kind kwam kennelijk uit het oosten
van onze provincie, want zij sprak de klinker 'a' uit als 'aa', lang dus, ook
als die tussen twee medeklinkers stond.
Zo zei ze 'taante' tegen Marie in plaats van tante en dat vonden wij
grappig en namen het over.
Maar dat arme kind werd natuurlijk ook slachtoffer van de 'ingebeelde
ziekte-manie' van haar tante en moest te bed blijven, zij het dan dat bij
mooi weer het bed wel eens buiten stond. Als zij dan eens uit bed ging en
Marie had daar lucht van, dan kreeg Lientje er van langs. Daarom vonden
wij Marie geen leuke vrouw en werd ze door ons ook gepest als we daar
de kans toe kregen, maar dan moest je hard kunnen lopen anders was dat
veel te riskant.
Begrijpelijk dat ook Piet, haar man, niet van z'n gezondheid mocht
genieten. Herhaaldelijk liet ze de pastoor
41