Jaargang nr. 6 1992
stelde de Raad vervolgens voor om fl. 300,- pensioen per jaar uit te keren.
Toen dit in stemming werd gebracht, bleek dat beide wethouders tegen
het voorstel waren. Niettemin werd het voorstel aangenomen. Naar
aanleiding van deze beslissing deelde wethouder de Groot mede dat hij
zijn ontslag nam als lid van de Raad en dus als wethouder. Hij vond dat
hij niet de verantwoordelijkheid kan dragen voor de verhoging der
uitgaven, en zijne gezondheidstoestand een ongunstige invloed
ondervindt door den weinigen steun zijner medeleden."
De overige raadsleden en de voorzitter spraken hun leedwezen uit over dit
besluit en hoopten dat hij erop terug zou komen alvorens het ontslag
schriftelijk in te zenden.
19 MEI 1909
Tot opvolger van de heer Wokke werd benoemd de heer P.B. Annaert,
van beroep marechaussee en woonachtig in Strijbeek, bij Breda.
Ongehuwd ontving hij als veldwachter en gemeentebode een jaarsalaris
van fl. 30,-; als hij gehuwd zou zijn werd dit fl. 50,- omdat hij dan ook een
huis moest huren en een huisvrouw onderhouden.
Als hooisteker ontving hij fl. 20,- per jaar en als inner der kadegelden
ontving hij 20% van de opbrengst. Vermoedelijk zal hij zeer nauwgezet de
gang van zaken in de haven in de gaten hebben gehouden.
Voor deze veldwachter werd er wel een woning met cachot gebouwd aan
de Rijksweg, welke op l juli 1909 klaar zou zijn.
In deze vergadering van 19 mei kwam ook de hondenbelastingen ter
sprake. In 1909 moet per hond toch al het bedrag van fl. 4,- betaald
worden. Veehouder P. van Til had bezwaar aangetekend tegen de
aanslag, omdat hij in de loop van het jaar zijn hond had opgeruimd. Na
enige discussie besloot de raad een korting toe te kennen van fl. 0,50.
32