Jaargang nr. 6 1992 fl. 15,- en 4 stuivers. Mogelijk was dit 'verschot' een bijstand voor zijn diensten. Of een voorgeschoten bedrag. 'Schot' was een belasting, een geldelijke verplichting die elke burger had te betalen. Dat werd aan de deur opgehaald. Als schotvanger of schotgaarder bepaalde Tijs het schot en haalde het op. Voor deze baan kreeg hij fl. 3,-. Ook verzorgde hij de administratie "van trouwe en begrave". Op slot werd hij nog in 1768 vervangend schout en secretaris voor (minstens) een jaar. Hij ving daar fl. 85,-en 5 stuivers per jaar voor. Zijn aanstelling hield waarschijnlijk verband met het overlijden van schout Halmael. Eind mei 1787 werd het tijd voor Tijs om te stoppen. Het 'beroepen' der meester en zijn 'vertreck' Poulus Zomer was de man die de spullen van de nieuwe meester, Albert de Wit, per schip ophaalde uit Schardam. Een verre reis, waar hij fl. 12,- en 6 stuivers vergoeding voor kreeg. Albert de Wit kreeg fl. 12,- reiskostenvergoeding. Nauwelijks vier maanden later haalde Arie Jansz. Kluft met zijn wagen de volgende schoolmeester naar Limmen nl. Gerrit Muntjewerf. Arie gebruikte nog "eenige verteering" onderweg, die hem ook vergoed werd. In okt. 1787 begon Gerrit Muntjewerf aan zijn baan. Gerrit was een kunstzinnig man hoewel hij dat uitleefde op grafzerken. In sierlijke letters beitelde hij teksten zoals: "Hier rust het stervlijk deel van hem, die zich in 't leven, met lijv en ziel geheel aan God, heeft overgegeven". Dit versje staat op de steen van Willem Engels, ondertekend met G.M. Deze zerk ligt nu nog in de vloer van het NH kerkje. Na Gerrit, die schoolmeester werd in Uitgeest, kwam Bernardus Felix naar Limmen. Hij had de advertentie gelezen 'omtrent de vacature' in de courant van de 'Courantiers Joh. Enscheede en Zoonen'. Op 24 febr. 1791 trad hij in dienst. Al eerder in de 18de eeuw werd het school ambt per advertentie in de krant gezet. In 1749 bijvoorbeeld, kreeg de 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1992 | | pagina 27