Jaargang nr. 6 1992
GEUZEN
Mr. Mathijs Weldijk wenste niet over een nacht ijs te gaan. Hij wilde ook
wel eens van herbergbezoekers zelf horen hoe erg of het nu wel geweest
was. Daartoe riep hij een aantal mensen op, waarvan bekend was dat die
ten tijde van het incident in de herberg aanwezig waren geweest. Hij vroeg
de zes mannen om .getuigenis der waarheid af te leggen.
Als eerste getuige wordt gehoord; "Jacob Adrichem, oud26 jaren van
beroep stierleider, wonende alhier, welke verklaarde, slechts bij
afwisseling daarbij aanwezig te zijn geweest, en dus geene nauwkeurige
verklaring van het voorgevallene te kunnen geven als dat door Andries,
Jan en Klaas Winder rusie en groot rumoer is gemaakt."
Tweede was Jacob Veldt, oud dertig jaren, van beroep landbouwer,
wonende mede alhier. Jacob zei: "...meerdendeels in een ander vertrek te
zijn geweest..." een beetje gerommel en zo, meer niet. Ook zijn naam was
haas! Maar dan de twee volgende getuigen, die wisten wel van wanten;
"PieterMooi, oud acht en twintig jaar, van beroep landbouwer, wonende
alhier en Jacob Schol, oud zes en twintig jaar, boerenknecht, wonende
mede alhier."Die twee hadden het een en ander te melden. Zij haalden
breed uit en vertelden hoe zij Jan en Klaas Winder .beledigende en
onbetamelijke scheldwoorden, zoo ten aanzien van den Heer
burgemeester als ten opzigte der bewoonders onder de benaming
GEUZEN hadden hooren uitspreken." Het getuigenis ging door t/m het
buitengebeuren: dreigementen, trappen, slaan tegen de deur enz.
In het jaar 1992 valt ons op dat het woord 'Geuzen' in die
tijd tot de scheldwoorden behoorde.
Immers wij leerden dat de Geuzen zo dapper waren en dat
we hun voorbeeld moesten volgen om goede vaderlanders te
worden.
20