het gebruik van die brug door Nederlandse troepen niet meer
mogelijk was.
De commandant vroeg vrijwilligers om een zeer gevaarlijke
opdracht uit te voeren. Hij had het plan opgevat om enkele
groepjes van zijn mannen per roeiboot naar de overkant te
zenden, met het doel de brug aan de overkant te bezetten
door daar in stelling te gaan en dekking te geven aan de
overigen, die dan te voet over de brug zouden kunnen komen
om de huizenblokken van Duitsers te zuiveren. Onder de
soldaten die zich spontaan voor die riskante missie hadden
gemeld was ook Henk Nuyens uit Limmen. Samen met zijn
strijdmakker, Willem Tukker uit Amsterdam, stapte hij in een
roeibootje en de mannen roeiden zo snel zij konden naar de
overkant.
Zijn makker, Willem Tukker, beschrijft in een brief het fatale
moment als volgt:
"Toen wij aan de overzijde waren, net toen Henk op de kant
zou stappen, werd hij getroffen. Ik wist dat toen nog niet; hij
viel voorover op de glooiing, maar toen ik zei: kruip maar
verder Henk, toen zei hij: Ik kan niet. Ik vroeg hem of hij
getroffen was, waarop hij alleen maar knikte en naar de borst
wees."
"Ik haalde hem weer terug in de boot; hij leefde toen nog wel,
maar hij heeft niets meer gezegd; helaas kon ik niets meer
voor hem doen. Een paar minuten later stierf hij."
De gesneuvelde soldaten werden door het Rode Kruis
opgehaald en in een mededeling van het informatie Bureau
van het Rode Kruis staat vermeld dat het stoffelijk overschot 's
morgens van de 14e mei is overgebracht naar het ziekenhuis
aan de Coolsingel. In de namiddag van diezelfde 14e mei
kwamen de Duitse bommenwerpers boven Rotterdam en
begon het beruchte terreur bombardement op de weerloze
stad, waarbij duizenden doden en gewonden te betreuren
waren. Brisant- en brandbommen vernietigden in korte tijd de
complete binnenstad.
Het ziekenhuis aan de Coolsingel werd daarbij niet gespaard
en de afdeling waar de gewonde en gesneuvelde soldaten
lagen werd grondig in puin gebombardeerd.
47