gewerkt. Dat had waarschijnlijk te maken met het verminderen
van de werkeloosheid en de daarmee gepaard gaande
toeneming van koopkracht.
Onze bewapening was verouderd, maar bij nadere
beschouwing zou het toch ook met betere bewapening niet
mogelijk zijn geweest de Duitsers te verslaan. De jongens
deden wat zij konden: tegen die overmacht was niet stand te
houden. Onze toenmalige regering vertrouwde er wel op dat
wij buiten de oorlog zouden blijven; maar ook neutraliteit moet
je verdedigen.
Toen het steeds dreigender werd, besloot de regering op 28
augustus 1939 de algehele mobilisatie af te kondigen. Dat
hield in dat er zo'n 150.000 jongens opgeroepen moesten
worden die in het verleden al een militaire training hadden
genoten, toen zij als rekruten hun dienstplicht hadden vervuld.
Jan Krom vermeldt op 28 augustus in zijn dagboek dat hij het
de hele dag erg druk had met aanplakken en met de
mobilisatie. Op die mobilisatie-oproepbijetten stond vermeld
dat alle dienstplichtigen die 'met groot verlof' waren, zich bij
hun legeronderdeel moesten melden. Het ging toen om jonge
mannen tot 35 jaar oud. Dan volgden er een paar hectische
dagen. Sommigen hadden hun 'poeties' al in geen jaren meer
om de benen gewikkeld en daar kwam nog bij dat de rest van
het tenue uiteraard bij de maatvoering van het recruutje was
blijven steken en niet met de volwassen man was
meegegroeid. Dat zag er soms potsierlijk uit, maar daar zaten
de jongens niet mee want eenmaal bij het onderdeel
aangekomen had de fourier doorgaans wel iets dat paste.
De meeste Limmer soldaten behoorden tot het 21e Regiment
Infanterie; hun onderdeel was gelegerd in de omgeving
Amersfoort-Leusden-Woudenberg. Daarbij was ook
dienstplichtig soldaat Henk Nuyens.
10 MEI 1940
Zeer vroeg in de morgen van de 10e Mei werden wij
opgeschrikt door massa's vliegtuigen boven ons.
Het bleken de
44