dus toen al een soort van bomenwacht. De raad besloot dat
de boom moest wijken, en aldus zou geschieden. Voor 50,-
werd het erf pacht recht aan de Schulpvaart aan de Staat
verkocht, waarbij duidelijk was gesteld dat hier geen los- of
laadplaats zou mogen worden ingericht.
Een bestemmingsplan werd in die vergadering aangenomen,
en hierin werd bepaald dat verdere lintbebouwing aan de
Westkant van de Westerweg niet zal worden toegestaan, dit
ondanks een dringend verzoek van K. Blokker, omdat hij vond
dat die bebouwing het dorp pas compleet zou maken. Die
grond was namelijk zijn eigendom; zodoende! Tot op de dag
van vandaag is daar niet of nauwelijks iets bijgebouwd.
De Burgemeester stond vervolgens stil bij de inval van de
Duitsers in Nederland, en hoopt op spoedig betere tijden. Hij
bleef zich hierbij voorzichtig uitdrukken, wat m.i. wel verstandig
was, omdat later zou blijken dat Burgemeesters die zich
radicaler opstelden, vaak werden vervangen door NSB
Burgemeesters, en dat was ook niet bepaald alles.
RAADSVERGADERING NOVEMBER 1940.
De raad besluit op voorstel van het College van Burgemeester
en Wethouders om de woningen bij de Hogebrug op het
lichtnet te laten aansluiten voor een totaalbedrag van
858,30.
De bewoners van die woningen moeten dan wel per woning
een jaarlijkse bijdrage aan de gemeente betalen van 25,-; dit
gedurende 10 jaar.
Bij het gemeentebestuur is een brief binnengekomen van het
Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin de plannen met
Limmen worden uiteengezet. Limmen zal met Akersloot en
Uitgeest tot één gemeente worden samengevoegd. Hier was
het gemeentebestuur het niet mee eens, en de Burgemeester
leest het antwoord van het College op die brief voor.
De belangrijkste kritiekpunten op de plannen waren, dat
Limmen geen enkele relatie had, noch met Akersloot, noch
met Uitgeest.
40