De miljoenenbezittingen van Oranje werden verbeurd verklaard maar later zou Willem 5 miljoen gulden van Napoleon hebben ontvangen, in ruil voor de erkenning van de Bataafse republiek. Toen zijn vader in 1806 stierf, werd Willem erfopvolger. Hij bleek méér een 'doener' te zijn dan zijn vader en dat zou later, terug in Nederland, goed van pas komen. Maar zover was het nog niet. Eerst ging hij helpen vechten in het Pruisische leger en daarna in het Oostenrijkse. Napoleons' glorie begon langzaamaan te tanen en in 1813 was zijn afgang duidelijk voorspelbaar. Gijs van Hogendorp, die steeds een trouwe Oranje-aanhanger gebleven was, had al voorbereidingen getroffen voor de terugkeer van Oranje in Nederland. Op 30 november 1813 was het zover; maar daarover later. LIMMEN IN 1813 Bij Keizerlijk decreet zijn Heiloo en Limmen, met ingang van 1811 samengevoegd geweest. Beide dorpen hadden toen minder dan 500 inwoners: dat zou voor Napoleon het criterium zijn. De "Maire" voor de nieuwe gemeente werd Johan Marie van Doorn uit Heiloo. Zijn rechterhand in Limmen werd "Adjunct Maire" Thijs Dekker. In die bewogen dagen zo rond die eeuwwisseling was Thijs een van de notabelen in Linnen. Het was een zakenman; hij handelde in granen en dat was geen slechte stiek in die tijd van de Bataafse vrijheid. Maar ook was hij lid van de "Maatschap tot weldadigheid" en ongetwijfeld kan hij daar veel goede dingen hebben gedaan. Natuurlijk had Nederland veel geleden in de voorbije jaren. In 1799, toen de Engelsen en Russen onze streken binnen vielen werd ook Limmen zwaar getroffen. Hier werd toen de secretarie geplunderd en het archief moedwillig vernietigd; verscheurd en over de weg naar buiten gegooid. Dat heeft jammerlijk tot gevolg gehad, dat bijna alles van vóór 1799, wat in de secretarie werd bewaard, verloren is gegaan. Het continentaal stelsel uit 1806, dat een boycot van Engeland ("het perfide Albion") inhield, had gevolgen voor de 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1991 | | pagina 31