(1691), Aris Dirksen (1719), Arie Claasz (1788), Claas
Claazen (1751), Corn. Ysbrantsz (1741). Een combinatie van
voornamen en een geslachtsnaam is b.v.: Jan Cornelisz
Morsch (1679), Pieter Jansz Backum (1700), Dirk Pietersz
Disseldorp (1731), Ariën Pieterszen Groot (1738), Piter
Baartze Kerkebuurt (1777), Mus Gerritsz Kroone (1754), Gerrit
Gerritsz Kuys (1800).
Erg veel veranderd zijn de namen dus niet.
HOE HONKVAST IS DE LIMMER?
Jammer, die 14e eeuwse voornamen bewijzen niet hoe
honkvast de Limmer kan zijn. Achternamen van sommige
Limmers van de 19e en 20e eeuw hebben nog wel een oud-
Friese klank zoals Al, Dam, Laan, Boon, Hein(en), Oud, Sint,
Punt. Iemand die 'Limmen' heet heeft grote kans een echte
Limmer te zijn. Een eerste bericht gaat over een 'Thiedolf de
26