Jaargang nr. 4 1990
In die dagen was Limmen het centrum van de
bloembollencultuur in Kennemerland en dus ging onze baron
daar maar eens poolshoogte nemen. Hij trof het, want Dirk
Schoenmaker kon hem helpen met een huis en met grond en
och, Dirk zou hem wel even de fijne kneepjes van het vak
bijbrengen, want die kweekte zelf ook bollen; voor die tijd zelfs
tamelijk veel.
DE WIJNGAARD
Maar dat was een hoofdstuk apart, want Dirk Schoenmaker
was van-huis-uit geen bollenkweker maar veehouder en z'n
kennis van het heel aparte bollen wereldje was te gering om
de kneepjes onder de knie te hebben die bij het verhandelen
en kweken van bollen onmisbaar zijn. De goedwillende man
liep het dan ook nogal eens op. Vooral in de handel wist (en
weet) men vaak 'gebruik' te maken van onwetendheid.
Dirk Schoenmaker was een goed mens; dat zij hem
nagegeven en ook dat is zeker een vermeldenswaardig feit.
Als het erg druk was, met wieden, koppen, rooien, pellen,
tellen of planten, ging Dirk de wegen in het dorp langs om
werkvolk te zoeken. Als hij iemand op het oog had sprak hij de
gevleugelde woorden: "Gaat ook gij naar mijn wijngaard". En
in die 'wijngaard' werkten dan ook niet altijd uitsluitend
vakmensen. Het ging wel eens fout en dat had gevolgen. Op
zijn akkers prijkten dan ook nog al eens benamingen op de
steekhouten als: "gemengd" en "vermoedelijk gemengd". Dat
duidt er op dat meerdere soorten door elkaar waren geraakt
en dat heeft natuurlijk gevolgen voor de marktwaarde; soort
echtheid is in de bollenbranche een eerste vereiste. Helaas
kwam daar nog een extra domper bovenop door de
ineenstorting van de wereldeconomie en de daarop
57