Jaargang nr. 4 1990 Vrijdags, gaande dezelve die van de zo zeer berugte jaare 1709 en 1740 en andere harde winters te boven. Vervolgens zette het hier weder wat tot doojen, maar was van geen belang. De koude verhief zich telkens tot een buitengewoone trap zelfs nog in het laatste van de maand Februarij; het was meer dan half Maart eer het water eenigsins open raakte, doch niet overal en in het laatste van Maart en begin van April kreegen wij nog weder zulke felle koude dat de vaard op nieuw gestremd wierd en zelfs op den morgen van den 30 Maart, terwijl ik in het school zat te onderwijzen, de inkt in mijn pen verstijfde. Het was niet niet voor den 3 April dat de koude weder afnam, wanneer het des namiddags eerst begon te jselen en vervolgens regen viel. Op deze buitengemeene swaaren winter volgde een zeer koele zomer zo dat men bijna geen warmte kreegen en de meeste vrugten en gewassen 3 a 4 weken later rijp wierden dan gewoonlijk; de herfst was stormachtig en er viel bij aanhoudendheid veel regen. A. Valkering DE BOGERDLAAN Over de oorsprong van de naam zijn de meningen verdeeld. Sommigen zeggen dat de naam is afgeleid van het woord "Boog". Bij de boerderij op de hoek van het Nauwelaantje, stond een rijtje lei-linden. De takken daarvan vormden bogen tussen de stammen; naar die bogen zou de laan zijn genoemd. De andere uitleg heeft een veel oudere oorsprong. De Bogerdlaan zou zijn naam te danken hebben aan de 'Boogaert' die bij het kasteeltje "Den Burgh" van de familie Alkemade hoorde. Die mensen teelden hun eigen fruit, evenals groente in een moestuin. Ook hadden zij vee in de wei voor melk, boter en kaas en niet te vergeten voor de vleesvoorziening. 52

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1990 | | pagina 53