Jaargang nr. 4 1990
In den winter van het jaar 1783 of wel in de maanden Januarij,
Februarj, Maart en zelfs in April des jaars 1784 viel er hier
alom veel sneeuw, zo dat meer dan eens de passagie voor de
posten gestremd was en de wegen op veel plaatsen
opgegraven moesten worden. Edog was voor het aardrijk zeer
tot nut en beschutting voor harde vorst welken men toen
hadde. Op den 26 Maart hadde wij hier van 's middags half 2
uuren tot des nagts toe dikke sneeuwbujden, zo dat het
volgenden morgen rondom zeer dik lag.
In de jare 1778 en begin van 1779 had men een zeer zagte
winter maar die men van 20 Dec. 1783 tot 19 Feb. 1784 hier te
lande had was zeer streng en langduurend en verzeld van
ongemeen veel sneeuw; volgens waarnemingen van
sommigen, als hier in de Beverwijk, en op de buitenplaats
Postrust in de provincie Groningen, te Schoonhoven en elders
was het den 31 December 's morgens tegen sonnen opgang
eenigen graden kouder als in het jaar 1740. Dan te Rotterdam
en Amsterdam heeft men het zo sterk niet bespeurd.
Opmerkelijk is het, dat men zelfs tot in Italien en Venetien toe
veel sneeuw en vorst vernam, terwijl in Noorwegen de winter
minder koud dan naar gewoonte was; ook dat men aan de
Spaanse, de Portugalsche kust en in de bogt van Vrankrijk in
die tijd alderverschrikkelijkste stormen en orcaanen had.
Onder de bjsonderheden van deze winter behoord dat men zo
lang de sneeuw en ijs heeft gebruiken konnen met
narresleeden als er nauwelijks voorbeeld hier te lande van is;
ook dat op 5 Jan. 1784 twee Noordwjkers genaamd Jan
Vlielander en Leenderd Plug op schaatsen langs de Noordzee
strand van hun plaats na Scheveningen zijn gereeden, in den
tijd van 1 1/2 uur, welk voorval door de oudste lieden niet
gezien was.
Langdurige, harde winters
De winter die in het jaar 1784 begon was zeer langduurig en
overtrof die van het jaar 1783 daarin
48