Jaargang nr. 4 1990 bronnen van inkomsten en de rechtspraak door de Graven van Holland aan de abdij geschonken (de erfgenamen van Dirk hadden zo langzamerhand in 's Gravenhage domicilie gezocht). De abdij had veel grond en andere rechten binnen Alkmaar in handen gekregen, door ruil, schenking of koop. Zo ving de abdij op een bepaald moment een bedrag van 6 pond per jaar van de tol in Alkmaar. Iemand deed dan het werk voor hun en kon zelf alles houden wat hij boven die 6 pond inde. Uit de verre omgeving kwamen huren en belastingen binnen, in natura zowel als in baar geld. Voor zulke omvangrijke zaken had de abdij een rentmeester in de arm genomen; een burger in dienst van het klooster. De rentmeesters werden waarschijnlijk goed betaald in land en vruchtgebruik. Maar ze begonnen ook voor eigen rekening te werken. Zo had een rentmeester een tiental huizen aan zee neergezet, zodat een aantal arme gezinnen zich bezig konden houden met de visvangst (voor de abdij) tegen een vergoeding aan de rentmeester van een tiende (elke tiende vis). De rijkdom die verbonden was aan het rentmeesterschap werd groter en de opvolging in de post werd quasi-erfelijk. Een aantal generaties rentmeester vergrootten en versterkten hun oorspronkelijke hoeve op zo'n manier dat het uiteindelijk 'het slot op de Hoef' werd. Op de bladzijde hiernaast: Een kopie van de oorspronkelijke acte van overdracht, door Bisschop Buchardis van Utrecht uit 1108. Tot dan toe behoorde de kerk van "Limben" aan de St. Maartens kerk, maar bij deze acte schonk hij de kerk aan het kapitel van St. Maria. De oorspronkelijke acte bevindt zich in het Provinciaal archief te Utrecht. 27

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1990 | | pagina 28