Jaargang nr. 4 1990
soms moet geschiedenis uitkomst bieden of een zwerftocht
door potscherven en aardlagen. Zij die hun licht op de naam
lieten schijnen zijn o. m.: Künzel, Blok en Verhoeff, Karsten,
Gjsseling, Jan de Vries, Jan Pannekeet, van Berkel en
Samplonius.
Karsten schrijft in zijn boek 'Noordhollandse Plaatsnamen':
"Het is moeilijk deze plaatsnamen te verklaren omdat de oude
vormen weinig houvast bieden".
En die oude vormen veranderden steeds in de tijd: Een eerste
'waarschijnlijke' vermelding door sommige schrijvers
aangehaald (o.a. van Heissem en van Rijn, Oudh. en gest.
van Kennemerland), is 'Limbon' in het jaar 740.
Künzel, Blok en Verhoeff noemen in hun 'Lexicon van
Nederlandse toponiemen tot 1200', uit originelen of
copieën daarvan, verschillende vormveranderingen:
914-948, copie eind 11* eeuw: in Limbon ecclesia cum
mansis X.
206 helft 10e eeuw, copie ca. 1420; in Limban
mansas
1108, origineel; aeclesiam Limben....
1105-1120, copie ca. 1420; terram in Linbon...
1125-1130, in Limban manssus
1130-1161, Limbon
1206 eeuw, in Linbon tres libras
tkujliiKjT jimrlr nmi Jci mant7. In tjüffwcnvjj. InlinibonAcccüicu
manfi5..i?'In norfirao .vrj, (n Ictnnn
•AT- -,
rjci maxnnjca
De oudste vermelding die nog te vinden is (914)
19