Jaargang nr. 3 1989
Toon Rietveld (zou nu achter in de negentig geweest zijn)
mocht graag stropen en had ook een geweer. Hij ondernam
vaak vanuit de dekking van die bosjes zijn strooptochten en
vluchtte daar soms weer in terug om dan ineens de
Westerweg over te schieten en tussen de elsenhagen te
verdwijnen.
De tuinen van Limmen en ook Heiloo waren eigenlijk allemaal
door elsenhagen verdeeld. Ook een enkele beukenhaag: daar
blijft 's winters nl. nog lang het blad aan. De hagen dienden
echt als windschermen. Dat was voor de bloembollenteelt
kwam, die niet windgevoelig is. Hier hadden we overwegend
groententeelt, waarvan sommige soorten, vooral snij- en
sperciebonen zeer gevoelig waren.
De uitdrukking onder tuinders na een dag storm was: "De
bonen zijn alvast geplukt!". Ook voor bakker en kruidenier was
het duidelijke taal. Als het op de een regende droop het al snel
op de ander.
De tuinen waren omringd door elzehagen.
De tuinen waren door de hagen verdeeld in vakken of hoeken
zoals ze hier genoemd werden. Ze waren heel verschillend
van grootte bv. 50 tot 200 Rijnlandse roede (1 R.r. 3,7674 m.
of 14,19 m2; 1 ha. (bunder) 704 R.r.). Na de oorlog is
hiermee nog officieel het bloembollenareaal opgemeten.
Weiland werd vroeger wel gemeten met Rjnslandse morgen
8310 m2. Onderduikers in de oorlog maakten van de hagen
ook nog handig gebruik om zich bij onraad snel van het
7