Jaargang nr. 3 1989 eigen karakter. Hierop werden tot voor kort alleen huizen gebouwd en tuinbouw beoefend: de strandwal. Deze is opgebouwd uit zand, ook met een zeer laag organische stofgehalte, waar de regen in de loop der jaren de kalk heeft uitgespoeld. U moet weten dat regen per definitie altijd verzurend heeft gewerkt. Het begrip 'zure regen' dat we nu zo vaak te pas, maar ook wel te onpas gebruiken, is veel gecompliceerder dan de term zo aangeeft. Limmen loopt met zijn wegen naar het zuiden in een punt uit. Zo is ook de vorm van de strandwal. Oorspronkelijk moet hij nog verder naar het zuiden doorgelopen hebben. Maar bij een vroegere zeedoorbraak vanuit Castricum moet dat weggeslagen zijn. De Limmervoort wordt op de geomorfologische kaart ook aangegeven als een oude zee erosiegeul. Om op de strandwal terug te komen, die gaat naar het noorden, globaal tussen Westerweg en Oosterzj tot onder de Grote Kerk van Alkmaar. Dit gebied moet oorspronkelijk ook een meer golvend karakter gehad hebben. Voordat de mensen hier kwamen wonen moet het een natuurlijke eindfase gehad hebben van een overwegend eiken- en berkenbos. Op natte plaatsen waren er ook els en wilg hoewel de laatste vaak weer verdwijnt omdat hij door zijn grote lichtbehoefte niet kan concurreren met andere bomen. Daarna heeft de mens zo ingegrepen dat er van dat bos niets meer over is. Het laatste stuk oorspronkelijk bos op onze strandwal moet het Heiloërbos geweest zijn. Maar dat werd bij het beleg van Alkmaar in 1573 door de Spanjaarden omgehaald. Herbebossing daarvan vond pas plaats rond begin 1800. Het gehele landgoed, 264 ha. heet nu officieel "Nyenburg" en is eigendom van de Ver. tot Behoud van Natuurmonumenten. Tot en met begin 1900 waren hier verspreid nog wel veel rechthoekige bospercelen zoals het "Kraaienbos", "de Schietbaan" en het "Kerkenbos". Maar dit zijn 5

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1989 | | pagina 6