Jaargang nr. 3 1989
Limmen ligt centraal in een gebied van heel verschillende
landschapselementen en nog zichtbaar en op korte
(wandel)afstand van elkaar. Dat is uniek.
In de verte zien we de duinen die pas na de 12e eeuw door
zee en wind werden opgebouwd. Een apart gebied door dat
heuvelachtige karakter al. Het is opgebouwd uit zand met een
zeer laag organische stofgehalte (vroeger sprak men van
humus). De kalk is door de regen nog niet uitgespoeld.
Daardoor heeft het duin een rijke eigen flora bv. duindoorn en
kardinaalsmuts.
Oost en west van ons dorp liggen de oude strandvlakten. De
oostelijke, voor de strandwal van Akersloot was er eerder. De
westelijke strandvlakte ligt voor onze strandwal. Het werden
later plassengebieden met veen vorming en verlanding, die
van zout naar brak tot zoet overgingen.
De oude zee- of erosiegeulen zijn in het weiland ,nog
zichtbaar als zogenaamde delgronden. Voor de oorlog waren
ze in het voorjaar als gele linten zichtbaar in het landschap
door de dotterbloemen die tevens een indicatie zijn dat het
gebied inmiddels verzoet is.
Tot en met begin dertiger jaren was dit gebied ook nog zeer
rijk aan orchideeën, koekoeksbloemen, pinksterbloemen,
ratelaars en trilgras. De moerasspirea groeide vroeger wijd
verspreid. Het zijn nu soorten die alleen nog voorkomen in de
beschermde natuurgebieden. Aan de zuidkant van ons dorp is
het "Limmerveentje". Hier is de enige groeiplaats van de rode
bosbes in het noordhollandse brakwatergebied. En oostelijk, in
"het Die"; prachtige relicten. Hier vliegt heel talrijk op
rolklaversoorten (daarom ook wel in onze bermen) een heel
rustig zwart vlindertje met rode stippen. Het heet daarom ook
bloeddrupje, maar draagt de prachtige wetenschappelijke
naam: "Zygaena filipendulae limmenica". Omdat het hier
oorspronkelijk het eerst beschreven is.
Het derde gebied van onze omgeving heeft een heel
4