Jaargang nr. 3 1989
De friese boeren gebruikten veel minder stroo dan de
Noordhollanders, waardoor die mest erg slap was. Wie dan op
de plank boven de schuit z'n evenwicht verloor kon het
bezuren, want een snoekduik in die mest was beslist geen
pretje.
Tegen de herfst was het weer druk met rietvaren. De bollen
akkers werden gedekt met riet. Het meeste door Kuiper
gevaren riet werd gehaald uit de Westzanerpolder.
Ook de gebroeders Min vervoerden veel mest en riet per
schuit, voor zij het water vaarwel zeiden en een vrachtauto
aanschaften.
Dirk Kuiper kwam als 13-jarige jongen bij z'n vader in dienst
als schippersknecht. Z'n broer Klaas werkte er toen al en
bovendien had vader Jan nog twee knechts, nl. Cor Min (een
broer van schipper Piet Min) en Jan de Winter (een zoon van
slager Dirk de Winter). Alles ging toen nog op zeil. Pas veel
later kwam de motor en werd het wel heel wat gemakkelijker.
Bij rustig weer was dat varen-voor-je-plezier; maar als er veel
wind stond of het stormde, dan was een oversteek van het
Limmergat naar de Wijde Stierop wel een hachelijke
onderneming.
Voor die oversteek hadden de schippers respect. Klaas
Molenaar uit Akersloot zonk met zijn schuit toen hij op weg
was van de Wijde Stierop naar het Limmergat. Hoge golven en
dwars wind gingen met de boot van Klaas spelen. Hij kreeg
water binnen en zonk.
In de Enge Stierop is wel beschutting te vinden langs de wal
en dat is maar goed ook, want bij een flinke storm uit
westelijke richting, lopen de golven vast in de trechter van de
Wijde- naar de Enge Stierop.
Vooral dus bij een thuisreis was vroeger een optimale
bekwaamheid in het schipperen vereist wanneer die
omstandigheid zich voordeed.
Dat waren spannende momenten in het leven van het
schippersvolk, waarover zij spannende verhalen konden
vertellen.
27