Jaargang nr. 3 1989 was, gaf dat een fikse wrijving. Het gevolg liet zich raden: roomse kinderen werden door de pastoor weggelokt. Een situatieschets uit 1803 van opziener Beets: "...een roomsche schoolonderwijzer aldaar (Akersloot) in weerwil van mijn ernstige en herhaalde aanzeggingen, niet wil nalaten, om oude Roomsche boeken te gebruiken. Deze lokt hierdoor velen roomsche kinderen uit Uitgeest, Limmen en zelfs uit de Schermer tot zig.." Later werd er wat meer overleg gepleegd. Opziener Weldjk in 1822: "...Vond zeer weinige kinderen ter schole, daar hij (Metz) nog niet bij de R. K. Pastoor geweest was om de verschikking van het uur des leering te verzoeken.." Willem en opziener Beets Willem Metz had het, sinds de schoolopziener in zijn leven verscheen, niet gemakkelijk. Aanpassing - het schortte hem daaraan wel eens: hij gebruikte in het begin nog oud lesmateriaal, de oude methode en de strakke tucht! Hij werd daarvoor op zijn vingers getikt. Beets, de opziener, zei over dit soort gevallen: "...Na met zachtheid beproeft te hebben alle middelen van overtuiging voor de onwilligen, en eindelijk niets dan halsstarrigheid vindend, nam ik mijne toevlugt tot ernstige waarschuwingen..". Dat was niet mis, de knuppel de deur uit, en Willem was weer een tijdje zoet. Maar Willem had ook zijn goede kanten, hij deed toch dapper mee in de vernieuwing. Beets riep dan ook een weinig later: "...Willem Metz mag men onder den bekwamen volijverigen schoolmeesters tellen, daar hij reeds de radicale verbeteringen in het schoolonderwijs met de beste resultaten hebben ondernomen..". Beets in 1803 o.m. over Willem: "...ziedaar de mannen van verdiensten.." en in 1804: .Metz te Limmen overtreft hem zeker verre..". Beets wist niets anders meer te doen dan hem voor te dragen om eene belooning van Den Raad van Binnenlandse Zaken der Bat. Republiek Op 28 mei 1805 was het feest. Dominee Van der Schaaf opende de feestelijkheden in zijn kerk met een redevoering "...over de nuttigheid 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1989 | | pagina 16