Jaargang Nr. 2 1988 DE KRONIEKEN VAN ALKMAAR 1755/1756 Hoe konden onze ouders en grootouders opscheppen over 'vroeger'. Alles was superlatief:"Vroeger waren de zomers warmer; vroeger waren de winters strenger; vroeger....". Ja, vroeger. Nou vergeet het maar. Goed dat er kronieken zijn; dan kan je dat nog eens controleren. Al spoedig blijkt dan dat ook onze voorouders alleen de uitzonderlijke dingen onthielden en de rest gewoon vergaten. Net als wij dat vandaag de dag ook doen. Want die slappe wintertjes, waarin geen sneeuwpop te maken viel en waarbij nog geen spreeuw op het ijs kon staan, kwamen vroeger ook voor. De kroniek van Alkmaar vermeldt hierover: "1755. Deesen gepasseerde winter heeft soo weinig gevrooren als geen stock-ouden lieden gedenckt oyt beleeft te hebben, hebbende het de geheelen winter soo veel ijs niet gemaakt als dat een vogel het soude hebben kunnen draegen, veel minder dat een schipper een dag in het varen verhindert is geweest. Soo dat men mag seggen als dat daer geen ijs in de waeteren is gesien, nog de wegen of straeten geduurende desen winter eens van sneeuw bedeckt zijn geweest." Maar een jaar later gebeurde er iets dat toch zeker voor onze streken erg zeldzaam is. Hierover lezen we in de kroniek van Alkmaar: "1756, 18 februari. 's Morgens omtrent half agt uuren hebben wij niet alleen hier, maar door gantsch Neder landt en op verscheyden anderen plaetsen een aerdt- beving gehad, welcken nogtans (door Godts onverdiende genaede) meer schrik en ontsteltenis als wel schade heeft veroorsaekt. En alsoo men die dag een algemeene Danck-Vast-en-Bedendag vierde, waren reets veeIe 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1988 | | pagina 8