Jaargang Nr. 2 1988
klusje In de werkplaats, liep hij toevallig in de muil van de leeuw.
Theo kreeg bevel in huis te gaan. Hij weigerde en dacht dat ze hem
daarbinnen zouden doodschieten. Het was mogelijk dat de S.D.-ers alles
zouden weten van hem. In dat geval was hij ten dode opgeschreven, dat
stond wel vast.
"Schiet mij maar hier dood", zei Theo, "dan kan de buitenwereld er
tenminste kennis van nemen." De overige familieleden werden naar
binnen gedirigeerd en Jan werd uit de werkplaats gehaald. Die had door
het lawaai van het slijpen niet gehoord wat er op het erf gaande was.
Toen kreeg Theo nogmaals het bevel naar binnen te gaan en dat bevel
werd kracht bijgezet door een paar stevige porren met een revolver tussen
z'n ribben.
De gevangenen werden elk in een hoek van de kamer geplaatst en de
S.D.-ers smoesden het een en ander met elkaar, wat tot resultaat had dat
Kapteyn de woning verliet, intussen de bewaking aan z'n compeer
overlatend.
Inmiddels kwam Theo's vrouw, Trien binnen om te vragen of haar
wederhelft nu eindelijk eens kwam eten. Zij wist toen nog niet wat er
allemaal gaande was. Theo en Trien waren pas getrouwd en woonden
achter Jan Al, aan de overkant van de familie Hollander, aan de
Westerweg. "Wie ben jij vroeg de alerte S.D. man, toen Trien binnen
stapte. Trien maakte zich bekend en vertelde er bij dat zij pas drie weken
geleden getrouwd waren.
"Zo," zei de man, terwijl de toon van zijn stem galgehumor verried, "dan
waren dat wittebroodsweken, maar nu worden het roggebroodsweken; ga
daar maar bij staan
De confrontatie
Na enige tijd kwam Kapteyn weer terug. Hij voerde een man met zich mee
en Theo herkende direct de joodse man
33