Jaargang Nr. 2 1988
HET HOL
Toen de druk van de bezetters al groter werd, eind '44, was geen
man meer veilig voor deportatie. Na de razzia's in de grote steden volgde
al heel spoedig een razzia in Akersloot waarbij veel mannen werden
weggevoerd. We namen met ons groepje maatregelen om een veilige
schuilplaats te maken.
Op een stukje land van mijn vader lag een zandstort en op een
mistige donkere novemberdag zijn we gestart. Eerst een grote kuil
gegraven; toen hout gezaagd uit de schietbaan en in de grond gebouwd.
Daarna ging er een meter zand op terug en het gras werd hersteld. Het
was zo onzichtbaar dat zelfs mensen uit de buurt het niet wisten te vinden.
We konden er met tien jongens in zitten en met vier erin slapen.
Een baal stro er in, wortelen 'geleend' van een tuinder, van 't kapel
haalden we dikke brokken kaars bij Maria (die vond het best, het was
onze moeder ook), en het hol was klaar.
Naast het voetbalveld aan de Hogeweg woonde de familie
Persikano; een duitser bij de poolse grens vandaan. Hij woonde al enkele
jaren op de buurt en ventte met bloemen. Later moest hij ook voor de
'wehrmacht' werken en het werd de firma Perko. Het was een goed stel
mensen. Bij het overlijden van haar man in de vrouw doorgegaan, onder
leiding van 'de Todt'. Veel duitsers kwamen voor zaken bij haar en ze wist
die lui aardig uit te horen.
Een knecht van bakker Sassen, Willem Minnebo, lichtte ze in als
ze wat wist over razzia's die op komst waren. Hij bracht het bericht over
en waarschuwde zoveel als het kon. Zo ging het als een lopend vuurtje
door Limmen en Heiloo.
In de vroege ochtend van de zestiende december was het zover.
Het hele dorp werd omsingeld en er werd met een huis-aan-huis pamflet
aangekondigd dat je met je koffer klaar moest staan. Het gaf niet veel
want veel mannen waren weg. Wij zaten in angst en beven in 'het
29