Jaargang Nr. 2 1988 meteen de pijp gestopt en roken. Na enkele minuten vlogen de vlammen eruit en op was de pijp. Om klompen te laten maken moest de klant zelf een vers blok hout geven, nat van de stam. Wilg en populier waren goed te bewerken maar sommigen waren gek op iepen, dat was wat zwaarder. Tijd om te drogen was er niet, ze gingen meteen aan de voeten. Ze waren wel oersterk maar zwaar. De klompen waren gelukkig laag bij de grond, het was maar goed dat men er niet mee vluchten moest. Op een dag was Gerard Driessen, de loodgieter van het dorp, bij ons de dakgoten aan het repareren, smakelijk genietend van zijn pijp. In een onbewaakt ogenblik legde hij z'n pijp even neer en "HAP" deed onze hond. De pijp ging aan brokken ondanks de protesten van de eigenaar. Even later werden wij geroepen door Moeder voor theedrinken. Gerard tegen Moeder: "Jaap is een handigejongen, hij neemt een hond, gaat pijpjes maken, de hond vreet ze op en Jaap kan weer een nieuwe leveren.' TURFSTEKEN "Rijk is het land wat zijn Moer verbrandt". Een spreekwoord dat duidt op de turfafgraving in Drente en de Peel. Maar ook Limmen en Heiloo waren gezegend met een pittige veenlaag, vooral aan de oostkant van het dorp naar de Die: moerasveen. Nog steeds is deze natuurlijke groei aan de gang; mos, riet, wilge-afval vormen nog steeds het veen, vooral in de bosjes van het landschap. De planteresten zijn in het natte veen goed waar te nemen. Maar in de noord-oost hoek bij de Mientsloot kon het veen op sommige plaatsen niet bewerkt worden. Grote harde brokken waren het, die met de steekjzers niet te bewerken waren. Het bestond voor het grootste deel uit heel zwaar hout wat duidt op een groot bos met zware bomen. Zo krijgt men toch een idee hoe het landschap 26

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1988 | | pagina 27