Jaargang Nr. 2 1988
grote boog om de bebouwde kom van Limmen heen. Het is echter voordat
het tracé definitief werd vastgesteld nog de vraag geweest of Limmen dan
wel Castricum een station zou krijgen.
Uiteindelijk is het tracé van de spoorlijn vastgesteld zoals op de kaart
aangegeven met alleen stations te Castricum en Heiloo. Wel is er een
halte bij Maria ter Nood waar in vroeger jaren tweemaal per dag werd
gestopt om bedevaartgangers te brengen en te halen.
De aanleg van de spoorlijn heeft de gemoederen in de gemeente
Limmen hevig beziggehouden. Dit is ook wel begrijpelijk als men bedenkt,
dat een trein toen voor de mensen zoiets was als een ruimtecapsule nu.
De trein was nog een betrekkelijk nieuw verschijnsel; de eerste spoorweg
Haarlem - Amsterdam was in 1839 aangelegd. Bovendien betekende de
voorgenomen spoorweg een geweldige ingreep in het dagelijkse leven.
De spoorweg liep dwars over wegen en afwateringen en maar afgewacht
moest worden in hoeverre bij de aanleg van de spoorweg verbindingen en
afwateringen door overwegen en duikers gehandhaafd zouden blijven.
Bovendien was de trein voor velen een angstaanjagend monster dat met
veel lawaai, stoom en de geweldige snelheid van wel 20 km/uur en meer
voorbij denderde. Veel boeren langs de geprojecteerde spoorlijn waren
bang dat de melkgift minder zou worden en dat de koeien niet meer
zouden kalven.
Er is nog interessante correspondentie met de gemeente Limmen
over de spoorlijn bewaard gebleven.
Met een brief van 24 januari 1865 zond de commissaris des
Konings(l) in de provincie Noord-Holland aan de Heer Burgemeester van
Limmen een afschrift van Zr. Ms. besluit van November (1864),
houdende aanwijzing van de perceeien, welke voor de aanleg van den
spoorweg van Alkmaar naar den IJdijk te Zaandam onteigend moeten
worden", met het verzoek, dat besluit.aan de ingezetenen bekend te
maken".
Op 6 februari 1865 schrijven burgemeester Wendholt
18