Jaargang Nr. 2 1988
over 84 wagens, uit de omliggende dorpen, voor het geval dat hij
plotseling zou moeten opbreken en verkassen.
Tijdens een discussie in de vergadering van het gemeentebestuur
(intussen 5 man sterk), probeert men dan ook de vordering te
organiseren.
Er moet een lijst worden opgesteld van hoe de bijdrage van Limmen er zal
komen uit te zien. Gemikt wordt op 12 span. Ze knobbelen een systeem
uit waarbij de eerlijkheid van bijdrage zo dicht mogelijk wordt benaderd.
Wie veel paarden heeft levert een paard, een ander een wagen; wie
weinig of maar één paard heeft mag mee loten wie van deze mensen een
paard, wie een wagen of wie een voerman levert. Zo konden de
achterblijvers door samenwerking met elkaars geree toch doorwerken.
Ze hadden een lijst gemaakt van 15 span, er konden er dan tenminste nog
3 afvallen.
Maar bedenk wel, het is juni: de hooitijd is op komst en dan moet je een
boer niet aan z'n kop zeuren met soldaten die van hot naar her gesleept
moeten worden. Zijn vaderland ligt achter de boerderij en daar gaat z'n
hart naar uit.
Sommigen vonden dat het ook niet duidelijk was wie er opdraaide voor het
onderhoud van de mee te zenden voerman.
In de notulen van 19 juli 1804 staat hierover:
Door Cornelis van Dijk, Sijmen Admiraal, Corn. v.d. Peet
en Gerrit Morsch beswaren ingebragt zijnde omtrent
het leveren van een voerman In geval het leger bij
Egmond onverwagt komt op te breeken, en wel voorna
mentlijk ten aanzien van het onderhoud dier voerman."
Zij werden ter vergadering gerust gesteld: de lasten zouden evenredig
over de boeren worden verdeeld, niets aan de hand.
Maar er waren ook decidenten. Niet alle boeren waren bereid mee te
werken aan de vordering. Het was het
15