Jaargang Nr. 2 1988
tuigde paarden met derzelver voerlieden alhier
gerequireerd." Het was toen eind october.
De moeilijkheid was dat Limmen ook al in augustus 4 wagens met ieder 2
paarden en een voerman had moeten leveren in Alkmaar. Bovendien, op
last van generaal-majoor Zuylen van Nieveld, nog eens 23 wagens
eveneens bespannen met ieder twee paarden en voorzien van een
voerman, naar Beverwijk.
Dan kwam op 10 september het bevel van de oorlogscommissaris Ritner;
die wilde ook nog eens 5 wagens met ieder 2 paarden, ook weer naar
Alkmaar.
En dan nu weer die brief om op te geven wat je nog over had.
In plaats van een opgave van wat er nog was, schreven zij een brief
waarin zij de hierboven gemelde opsomming gaven. Zij vertelden er bij dat
van de 23 wagens naar Beverwijk er nog maar 3 terug gekomen waren en
dat er ook van de laatste 5 nog maar drie terug zijn. Voorts laten zij
beleefd weten het zo wel eens welletjes te vinden en hiermee aan hun
verplichtingen hebben voldaan.
Hier het slot van die brief:
....van welke 5 wagens er thans nog maar drie terug
zijn dus de overige, voor sooverre deselve nog
inwezen, nog in 's lands dienst zijn. Dan volgens
berigten zijn er reets 2 paarden van dood en eenige
wagens kapot, dog waarvan wij het praeciese onmoge-
lijk kunnen opgeven.
Hiermede vertrouwen wij aan gemelde UIieder resolutie
te hebben voldaan, terwijl wij ons na heilwensch
noemen Uliedermedeburgers."
De municipaliteit van Limmen, ter ordonantie
van de selve, was getekend Jb, Laarman, secr."
En dan die wegen. Het leek wel nooit goed; steeds kom je aanzeggingen
tegen dat de doorgaande wegen in orde
13