Jaargang nr. 1 1987 DE OUDSTE GESCHIEDENIS VAN LIMMEN Limmen is een heel oud dorp en waarschijnlijk al sinds lang bewoond. Over het ontstaan van de duinwal, waarop Limmen ligt en over de vroegste bewoning is nog veel diskussie gaande. Hier wil ik alleen vertellen wat ik over Limmen te weten ben gekomen uit oude dokumenten. DE VROEGSTE MELDINGEN De eerste melding was (volgens Soeteboom en van 01-lefen) in 740. Toen werd er melding gemaakt van een kerkje te Limbon dat hersteld werd. Radboud de godvruchtige, een heerser die in de buurt van Egmond woonde, zou dat laten doen. Waarschijnlijk was het kerkje gesticht door Willibrord of een van zijn volgelingen. De plaats van het kerkje was met zorg uitgekozen, tussen twee verbindingswegen van Alkmaar naar Haarlem en Amsterdam (of eerder Utrecht, omdat van Amsterdam nog nauwelijks sprake was). De eerste weg liep langs de Wes-terweg, Kapelweg (vroeger de lange walsweg) en Molenweg naar de Vloysbrug (tegenwoordig de Voortbrug). De tweede liep langs de oostkant, de Oosterzij en Dusseldorperweg, naar dezelfde brug, waarna de wegen zich in de verschillende richtingen afsplitsten. De ligging van de wegen is trouwens niet helemaal zeker. In 918 gaf bisschop Balderic van Utrecht (918-977) vrijheid van alle lasten voor de kerk van Limbon. Zijn opvolger Wilhelmus bekrachtigde dit besluit. Diens opvolger Buchardis schonk in 1108 de kerk aan het Kapitel van Maria. De laatste akte is in het archief in Utrecht nog heel goed te lezen. DE DERTIENDE EEUW Uit 1202 stamt een oorkonde die een verklaring bevat van de proost, de deken van Utrecht en het Maria Kapitel. Daaruit blijkt dat de ingezetenen van Limmen rond 1202 een zekere belasting op het begraven (legerstad geheten) hadden afgekocht. Uit dezelfde akte blijkt ook dat Limmen toen al een parochie werd genoemd. 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Stichting Oud Limmen | 1987 | | pagina 4