Jaargang nr. 1 1987
Cor had een schuilplaats onder de keukenvloer. De moffen wisten uit
opgedane ervaring, dat het nogal eens voorkwam dat Hollanders zich in
huis onder de vloer verscholen tijdens razzia's,
Wreed als zij waren, hadden zij daar iets op gevonden. Zij keken de
huisgenoten die niet voor arrestatie in aanmerking kwamen, b.v. de
huisvrouw, recht in het gezicht en richtten dan vervolgens hun geladen
geweren op de vloer met een vinger aan de trekker. Dat hielp prima, want
als er iemand onder zat verraadden moeders dat onmiddeljk. Als ze geen
spier vertrokken werd er ook werkelijk geschoten. In menig huis zitten nog
de kogelgaten in de vloer. Deze methode werd ook ten huize Koster
toegepast; en met succes, Cor werd gearresteerd en naar Amersfoort
gebracht, er konden tegen hem echter geen bewijzen worden geleverd en
na enige weken was Cor weer terug in Limmen. Helaas werden bij Sjaak
van Til de foto'tjes gevonden. Hij werd naar het concentratiekamp in Vught
gebracht en heeft Limmen nooit meer terug gezien,
HET LAATSTE KONTAKT
Vader Co Hollander was een gevreesde tegenstander van de moffen en
zij loerden al maanden op hem. Hij stond bekend om zijn stalen zenuwen
en was zo glad als een aal, dus moeilijk te pakken voor de Duitsers.
Toen hij het nieuws hoorde van de arrestatie van Sjaak van Til, besloot hij
gelijk maar eens te gaan kijken of hij wat voor Sjaak zou kunnen doen.
Hij stapte op de trein en begaf zich naar Vught. Toen hij aldaar op het
perron liep zag hij, op een perron aan de overkant, mensen in de bekende
zebra-pakjes, die bezig waren brokstukken van neergestorte vliegtuigen
uit een spoorwagon te lossen. De bedoeling daarvan was dat het
bruikbare materiaal werd gedemonteerd en opnieuw gebruikt in de
vliegtuig-industrie, want de spullen raakten wel een beetje op bij de
Duitsers,
Co begreep direct dat het om gevangenen uit het kamp ging. Hij bleef een
poosje staan turen om te zien of mogelijk ook Sjaak daar bij zou zijn. En
jawel, tot zijn grote vreugde zag hij ook Sjaak, bezig met brokstukken
lossen.
27