Jaargang nr. 1 1987
Van het aldaar voorgevallene onderrigt, spoedde ik mij derwaards met de
tweede Comparant, terwijl de eerste op mijn verzoek den Chirurgijn dezer
Gemeente ging halen om het lijk te Schouwen.
Daarkomende vond ik Jacob Zaanegeest (bij mij zeer wel bekend) welke
mij de toedragt der zaak zodanig verhaalde als boven gezegd is, en 't welk
door de vrouw van den huize bevestigd wierd. De Chirurgijn inmiddels
gekomen, ontdekte eene snede aan, en eene diepe steek in den hals, en
bevond hem werkelijk dood, blijkens het hieraan geannexeerde Proces
Verbaal van onderzoek sub No.26.
Van Zijnen dood verzekerd zjnde,deed ik het lijk dadelijk visiteren en vond
bij hetzelve het volgende als: een goud ringetje aan de vinger, een paar
handschoenen van zeeme-leêr, een rode catoene zakdoek, nog een doek,
een rood ledere portefeuille waarin drie brieven en aan contanten, eene
Gulden en vijftig Cents of eene Gulden, tien Stuivers en twee Penningen
welke goederen ik in mijne bewaring heb genomen. Eene geele duffelse
jas met kraagen welke op het lijk is gebleven komt volgens getuigenis van
gemelde Jacob Zaanegeest aan den kastelejn Engelmejer, wonende aan
het Nieuwendiep, toe. Ik liet het lijk voorts naar eene voor hetzelve
geschikte plaats brengen, terwijl de nagt mij niet toeliet iets verder te
verrigten. De Zelf moorder is genaamd, Pieter Sijbrands, Kapitein
voerende het Schip (zoo ik meen) Johan en Pieter, komende van
Archangel, 't welk thans in het Nieuwe Diep is liggende.
Van al het welk wij hebben opgemaakt dit Proces-verbaal op Dinsdag den
Zeven en 20ste October 1800 en achttien.
M. H. Weldjk
Na de sluiting van dit Proces-verbaal verklaarde de vrouw van Jacob
Zonderzorg mij nog dat de Kapitein in huis komende, overal rond keek en
naar iets scheen te zoeken, onder anderen eenige kleederen van een
kind, welke bij en op elkander lagen, betaste, waarop de vrouw van het
huis,
11