Nieuwbouw in de Burgemeester Mooijstraat Het zag er eerst niet naar uit dat Gerard Klaasse (1908 1978) bij de PTT terecht zou komen. Gerard studeerde drie dagen per week voor het diploma M.O.-lichamelijke opvoeding en hij zag zijn toekomst niet bij het bedrijf van zijn vader, omdat er in de crisisjaren geen droog brood te verdienen was. Ongetwijfeld aangespoord door zijn vrouw besloot hij in 1937 de mogelijkheid aan te grijpen om ook op het postkantoor van zijn schoonvader te gaan werken. Een rijksbetrekking was in die jaren helemaal je-van-het en hij liet daarvoor zijn studie Lichamelijke Opvoeding schieten. Hij kreeg een aanstelling als ‘reserve lokale kracht’. Een kans om de baan van zijn schoonva der als kantoorhouder over te nemen pakte hij met beide handen aan en op 1 oktober 1938 was het zover. Nog in hetzelfde jaar werd het hulppostkantoor met bovenwoning in de Burgemeester Mooijstraat vernieuwd en uitgebreid. Klaasse had Gerrit Louter, kruidenier en oud-wethouder, om hulp gevraagd voor de financiering. Louter hielp hem aan een hypotheek van 12.000 gulden, waarna aannemer Res aan de slag kon gaan. In de bouwperiode woonden Gerard met zijn vrouw en dochters in bij zijn schoonou ders aan de Stationsweg. Zoon Gerard Klaasse herinnert zich dat zijn vader hem vertelde dat het nieuwe pand als het ware om het oude postkantoortje uit 1924 gebouwd is en dat er daardoor muren van 70 centimeter dik waren. Tijdens de mobilisatie, waarvoor Gerard werd opgeroe pen, beheerde mevrouw Klaasse het kantoor. Zoals haar man vertelde: “Dat postkantoor aan de Burgemeester Mooijstraat was net een familiebedrijf. Mijn vrouw en al mijn kinderen hielpen vaak mee.” In de oorlog werd de hele buurt ontruimd en veel bewoners moesten evacueren Alle woningen rondom het postkantoor stonden leeg. De woningen ten westen van de spoorlijn werden afgebroken en tenslotte waren er nog maar een paar duizend inwoners in Castricum en Bakkum. Gerard Klaasse sloot zich aan bij het plaatselijk verzet. Vorderingen van paarden en honden, wagens en fietsen kwamen regelmatig voor. In september 1944 werden naar de zin van de plaat selijke commandant te weinig fietsen ingeleverd. Er werd een lijst bekend gemaakt van tien bekende Castricummers die doodgeschoten zouden worden, als er niet meer fietsen werden gebracht. Behalve de pastoor, twee kapelaans en de notaris stond Gerard Klaasse ook op deze lijst. Vervolgens kwamen er niet minder dan 1100 fietsen tevoorschijn. Net als in het oude kantoor aan de Dorpsstraat kon hier ook getelefoneerd worden. Op de telefoonpost waren aparte krachten van ‘s morgens 5 tot ‘s avonds 9 uur paraat om verbindingen te verzorgen. ‘s Nachts en op zondag kon je bellen in café Sportrust op de hoek van de Burgemeester Mooijstraat en de Dorps straat. Het café was dan aangesloten op het dag en nacht geopende telefoonkantoor in Alkmaar. Op 28 september 1937 werd de automatische telefooncentrale in het tegen woordige gebouw van Werkgroep Oud-Castricum in gebruik genomen. In de provincie waren toen nog lang niet alle plaatsen automatisch bereikbaar. Het tarief voor interlokaal bellen uit de ‘openbare spreekcel’ liep in 1938 afhankelijk van de afstand op van 4 cent tot 40 cent per drie minuten. Voor dringende gesprekken werd het dubbele tarief en voor ‘ijlgespreken’ het tienvoudige gerekend. Er waren 175 aansluitingen in de gemeente. In 1969, toen het aantal aansluitingen opgelopen was tot 2533, is de nieuwe centrale aan de Ruiterweg geopend. Er was toen een lange wachtlijst met 670 gegadigden. Uit de persberichten over het afscheid van Greuter in okto ber 1938 bleek grote waardering voor zijn persoon en werkwijze. De gepensioneerden boden hem een cilinderbu- reaukast aan en mevrouw Greuter kreeg een bloemenmand. Ook zijn 50-jarig huwelijk heeft hij in 1952 nog uitgebreid gevierd. Castricums fanfare bracht het echtpaar een aubade. Het postbedrijf zat in het bloed van de familie Greuter. De vader van Jan had zijn hele leven bij de post gewerkt en ook zijn dochter Maria Cornelia (1908-1980) was met het PTT-virus besmet en werkte in Uitgeest. Ze was befaamd om de snelle en accurate wijze waarop ze kon hoofdrekenen. Daar kon geen rekenmachine tegenop. In 1933 trouwde ze met Gerard Klaasse, die toen nog werk zaam was in het bedrijf van zijn vader: een hoveniersbe drijf en een zaad- en kunstmesthandel in Heemskerk. Ze konden bij het postkantoor gaan wonen, want Jan Greu- ter verhuisde naar de villa Toba aan de Stationsweg, die voorheen van kapitein Rommel was. Later zijn Jan en zijn vrouw Anna Palmboom in Diemen gaan wonen. Jan hielp regelmatig in de drogisterij van zoon Nico. Hij raakte ern stig verbrand toen er een fles wasbenzine in brand vloog. Hij droeg de brandende fles de zaak uit die daardoor werd gespaard. Zelf overleed hij op 14 augustus 1952 aan de brandwonden die hij had opgelopen. 9 Postkantoor met bovenwoning op de hoek Burgemeester Mooijstraat- Geelvinckstraat.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2018 | | pagina 9