de posterijen
Telefoon- en telegraafkantoor
Jan Greuter bouwt een nieuw postkantoor
Begin 1924 liet hij een woonhuis met hulppostkantoor bou
wen aan de Burgemeester Mooijstraat op de hoek met de
Geelvinckstraat. Volgens de vergunning moest als rooilijn
de voorgevel van het uit 1909 daterende café De Harmonie
worden aangehouden. Andere bebouwing was er nog niet.
Moderne systemen bij het postbedrijf waren toen nog ver
weg. De post werd gewoon op de grond gesorteerd. Er
was een zesdaagse werkweek en er werd zelfs op zondag
ochtend van 8 tot 9 uur gewerkt.
Aan het tijdperk Res kwam in 1924 een einde. Johan
nes (Jan) Greuter uit Monnickendam nam het postbedrijf
over. Uit een bericht in het blad ‘de Waterlander’ blijkt dat
Greuter op 1 december 1924 al 25 jaar brievenbesteller
was, voordat hij kantoorhouder in Castricum werd.
de gemeenteraad definitief niet worden uitgevoerd.
Uiteindelijk kwam het toch terecht in het hulppostkan-
toor van Jaap Res in de Dorpsstraat. Hij ontving daarvoor
een jaarvergoeding van 125 gulden. Tegelijk stemde de
gemeente in met de benoeming van zijn zuster Johanna
Maria Res als plaatsvervangster voor de telefoondienst,
omdat het kantoor altijd bezet moest zijn tijdens de ope
ningsuren. Zij ontving 25 gulden per jaar. De bouw van een
spreekcel, die ‘gehoorvrij’ moest zijn, had nog de nodige
voeten in de aarde, maar in 1909 was het zover. Er waren
in het hele dorp toen nog maar vijf adressen met een eigen
aansluiting, dus het kantoor had voldoende klandizie.
Toen Castricum op 1 mei 1867 werd aangesloten op het
spoorwegnet, ontstonden er ook nieuwe mogelijkheden
voor het vervoer van de post. Het tijdperk van de post
koets was voorbij en de trein werd een belangrijke schakel
in het postverkeer. Bij het station werd de post opgehaald
en er kwam een vestiging van een telegraaf- en een tele
foonkantoor van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maat
schappij. Naast een spoorwegverbinding had Castricum
nu ook moderne communicatiemiddelen. Met de seinsleu-
tel werden telegrammen overgebracht en kon er op het sta
tion getelefoneerd worden.
Op 22 januari 1908 verzochten 33 personen en bedrij
ven de gemeenteraad dringend om een eigen kantoor op
te richten: “Dat vooral voor den handel het spreekwoord
waar is: ‘tijd is geld en het daarom met den dag schade
lijker en hinderlijker wordt in deze gemeente draadberich
ten slechts te kunnen ontvangen door tussenkomst van het
telefoonkantoor te kimmen of ‘stationrestant'.'’
ingedeeld en wist goede maatjes met hem te worden.
Toen die op een avond een vertering betaalde met een
briefje van honderd viel hij snel door de mand.
Ondanks zijn volledige rehabilitatie was kantoor
houder Res een gebroken man. Een jaar" extra verlof
had hij hard nodig om te herstellen. Het bedrag
van duizend gulden, dat hem als smartengeld werd
aangeboden, weigerde hij in ontvangst te nemen.
De gemeenteraad wilde ingaan op het aanbod van loge
menthouder Koopman om een telefoonkantoor te vestigen
in De Rustende Jager, geheel afgescheiden van het café.
De Directeur-Generaal der Posterijen en Telegrafie stelde
allereerst de vraag hoeveel personen een rechtstreekse
aansluiting wensten en ‘met welke plaatsen in bennen
en buitenland voor ingezetenen van Castricum behoefte
bestaat aan telefoongemeenschap Het was nog niet zo
eenvoudig om het voor elkaar te krijgen en toen ook nog
bleek dat de voorschriften het niet toelieten dat het kan
toor in een horecabedrijf gevestigd werd, kon de wens van
de Stationsweg.
Het eerste postkantoor aan de Dorpsstraat geplaatst in de huidige situatie
vanuit de Korte Cieweg. Nu is daar café My Way gevestigd.
8
De familie Greuter voor huize Toba aan