1e GENERATIE
2e GENERATIE
2 Petrus (Pieter)
4 Maria Anna
5 Josephus
neus gewoon, mond klein,
Kinderen uit het tweede huwelijk geboren te Hontenisse:
1 Mattheus (Theo) geb. 7-8-1851, tr. met Gerarda Maria
Kneppel zie 2
geb. 28-5-1854, tr. met Grietje Knep
pel zie 3
3 Anna Catharina geb. 14-8-1855, woonde in Honte
nisse, aldaar overl. 26-3-1930, tr.
Ossenisse (Z) 23-5-1877 met Theo-
dorus Hiel, geb. Hontenisse 24-10
1850, werkman, veldarbeider, overl.
Hontenisse 19-6-1908, zn. van Pieter
Hiel en Apolonia Bouwens.
geb. 20-5-1860, overl. Hontenisse
14-11-1862.
geb. 17-4-1865, dienstknecht, onge
huwd, overl. Hulst 5-2-1911.
1
Pieter van der Himst(Hiemst), zn. van Anna Maria (Mari
anna) van Hiemst, geb. Hontenisse 25-2-1807, dagloner,
werkman, arbeider, woont in Hontenisse, aldaar overl.
1-4-1882, tr. Hontenisse 25-1-1834 met Johanna de Poor
ter, geb. Hontenisse 11-2-1805, inlands kraamster, overl.
Hontenisse 21-3-1850, eerder gehuwd met Joseph de
Bruijn, dr. van Jan Francies de Poorter en Johanna Catha
rina Judoca Roderigus; tr. (2) Hontenisse 27-7-1850 met
Barbara Wentzler, geb. Hontenisse 9-12-1822, dagloon-
ster, overl. Hontenisse 18-12-1871, dr. van Pieter Jacobus
Wentzler en Maria Anna Catharina Luijks; tr. (3) Honte-
nisse 17-4-1875 met Cornelia van den Bosch, geb. Hon-
tenisse 1-11-1810, overl. Hontenisse 16-3-1886, eerder
gehuwd met Pieter Cambeen en met Andries Verlée, her
trouwde met Adriaan de Loos, dr. van Pieter Johannes van
den Bosch en Josina Heijman.
aangezicht rond, ogen blauw,
kin rond, haar bruin.
Pieter bewoont een huisje in de Kivitspolder op de hoek
van de Doorndijk. Deze polder is gelegen langs de Wester-
schelde in het noordoosten van de gemeente Hontenisse.
Een deel van dit huisje heeft hij als enig kind geërfd van
zijn moeder, een deel gekocht in 1835.
Pieter is als dienstplichtige ingedeeld bij de Zeeuwse
Mobiele Schutterij van 1836 tot 1839. In de register van de
Schutterij wordt zijn uiterlijk beschreven: lengte 1,69 m,
In 1883 koopt Mattheus een stukje grond van 240 m2 aan
de Kramersweg. Hierop laat hij een huisje bouwen en
vervolgens vinden hieraan na vergroting van het erf nog
enige uitbreidingen plaats in 1891, 1905, 1907. In 1911
koopt hij nog een stuk erf.
Na zijn overlijden in 1882 wordt zijn nalatenschap beschre
ven, waaruit blijkt dat hij een huisje bewoont met een erf en
tuin in de buurtschap Kreverhil in de kadastrale sectie A met
de nummers 90 en 464. Hoogstwaarschijnlijk is dit huisje
hetzelfde als eerder genoemd in de Kievitspolder.
In een beschrijving uit 1845 is Kreverhil een buurtschap
van 14 huizen met een bevolking van 90 zielen; er is een
windkorenmolen.
2
Mattheus (Teeuw, Theo) van der Himst, zn. van 1, geb.
Hontenisse 7-8-1851, als beroep wordt veelvuldig arbei
der opgegeven, maar ook polderwerker, aardwerker, ven
ter, koopman in petroleum, landbouwer en tuinder, woont
in Hontenisse, vanaf 1 juni 1877 in Castricum, vanaf 1884
aan de Kramersweg, de laatste jaren van zijn leven woonde
hij in bij zijn dochter Grietje, overl. Castricum 14-1-1927,
tr. Castricum 6-8-1876 met Gerarda Maria Kneppel, geb.
Ouder Amstel 24-5-1854, overl. Castricum 26-8-1922, dr.
van Jacobus Kneppel en Neeltje de Groot.
De familienaam van Pieter wisselt nogal; aanvankelijk
wordt 'van Hiemst' gebruikt, na 1850 overwegend 'van
Himst' en na 1860 vooral als 'van der Himst'. Zijn zonen
Mattheus en Petrus worden in Castricum als 'van der
Himst' ingeschreven in het bevolkingsregister.
Omstreeks 1875 komen de gebroeders Teeuw (Mattheus)
en Pieter van der Himst naar Castricum om te werken aan
de afgravingen van het duingebied direct ten westen van
de spoorlijn en nabij het station. Zij wonen eerst met z’n
tweeën in een bouwkeet en verzorgen zelf hun eten en
drinken. Later krijgen zij kennis aan de gezusters Knep
pel. In 1876 trouwt Teeuw (Theo) en in 1884 Pieter met
resp. Gerarda en Grietje Kneppel; zij gaan aan de Kra
mersweg wonen.
Als het afgraven op de Zanderij gereed is, hebben ze het
erg arm. In de zomer werken zij bij de tuinders en boeren
op het land, maar in de winter verdienen ze geen droog
stuk brood. Zij beginnen dan beiden een petroleumhandel.
Piet vent olie in Castricum, Limmen en Uitgeest; Teeuw
in Heemskerk en Beverwijk. Het gebeurt verschillende
keren dat ze zonder eten van huis gaan en eerst wat olie
moeten verkopen, voordat ze brood kunnen kopen.
vrf 'o Tvlëvera
Kaartfragment van Hontenisse met Kleverhil (moet zijn Kreverhil)
85
I I