Brievengaarder gearresteerd Postkantoor aan de Dorpsstraat Jacob (Jaap) Res (1862-1930) volgde Jan Adam van Soll in 1890 op als kantoorhouder in Castricum. Burgemeester Mooij sprak zijn volle vertrouwen in hem uit. Er waren wel wat bedenkingen geuit, omdat Jaap ook administra- In de oorlog heb ik ontslag genomen. Er kwam bericht uit Beverwijk, dat ik gekeurd moest worden voor de arbeids dienst. Ik moest naar dezelfde dokter die me ook voor mijn benoeming gekeurd had. Ik ging naar dokter Leenaers en vertelde dat ik gekeurd moest worden voor Duits land, f.eenaers zei: ’Geen enkele fatsoen lijke arts keurt voor Duitsland Een dokter van het Gewestelijk Arbeids bureau in Beverwijk heeft me wel gekeurd, miaar ik was helemaal niet van plan om bij de arbeidsdienst te gaan werken. Ik stelde vader Piet voor de teeltvergunning van hem over te nemen en toen heb ik ontslag gevraagd bij de Directeur Generaal in Den Ilaag met de toelichting dat ik agrariër wilde worden. Na drie maanden kreeg ik mijn ontslag en twee en een halfjaar ben ik bij de PTT weg geweest. Toen de oorlog voorbij was kreeg ik een briefje van de directeur uit Beverwijk of ik een keer kwam praten. Hij zei: Uhoeft niet terug te komen, miaar het mag wel. Ik wilde mijn oude werk wel weer oppakken. Toen kwam ik in vaste dienst en werd mijn ontslag teruggedraaid. Door het innen van belastingen, girostortingen, postzegel- verkoop, enzovoort ging er aardig wat geld om. Ik heb het een keer gehad, toen rekende ik dik 5000 gulden af'. Dat was een kapitaal in de dertiger jaren. Op het kampeerterrein deelde ik de post uit. Ik heb de opkomst van het kampeerterrein vanaf het begin meege maakt. Er stonden misschien een stuk of12 tenten en dan pakte' je het terrein effies mee bij de bezorging, maar" op het laatst werd het zo druk. De mensen kwamen gewoon om je heen staan bij het uitdelen van de post:. Ik had eerst alles in alfabetische volgorde gezet. Dan wisten ze onge veer wanneer ze aan de beurt waren. Na de oorlog hadden we in een bunker een soort kantoortje met twee loketten. De een had de tentnummers van 1 tot 500 en de ander vanaf500. Tijdens een onweersbui is de bunker nog eens vol water gelopen en moesten we die met een emmertje leeg hozen. Ik zei altijd tegen jonge collega, s: ‘Je moet zoveel moge lijk lezen. In zakboekjes stond precies omschreven wat er gebeuren moest. Bijvoorbeeld hoe je met aangetekende stukken moest omgaan. Ik heb altijd met plezier gewerkt.” 1969. In de dertiger jaren is de nachtpost trein erbij gekomen. Om een uur of half acht s avonds werd de bus gelicht en de post ingepakt. Om een paar minuten voor negen uur kwam de nachtposttrein en daar gaf je de post dan aan af. Je kreeg ook weer post mee en als daar een expres- briefin zat, moest je het dorp weer in. Als een lopend vuurtje ging het in 1913 door hetdorp: Jaap Res, van het postkantoor, gearresteerd. Hij had ‘s avonds een postzak voor verzending per trein naar" het hoofdpostkantoor in Uitgeest gereed gemaakt en uit die zak was een geldzending van duizend gulden verdwenen. Jaap zat 48 dagen in voorarrest en werd toen wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten. In het boek ‘Schippers van het Stet’ (1974) beschreef Quirinus de Ruijter nauwgezet het verdere verloop. Zijn familie nam er geen genoegen mee dat er na zijn vrijlating nog geen sprake was van volledig eerherstel en schakelde een particuliere detective in. Er werd een spoor gevonden naar een jongeman die op het postkantoor in Uitgeest werkzaam was geweest, maar tijdelijk in militaire dienst verbleef. Een van de detectives werd bij de vermeende dader op de kamer teur was van de nieuwe kaasfabriek, achter zijn woning op de hoek van de Dorpsstraat en de Cieweg. Er is kennelijk overheen gestapt dankzij het vertrouwen van de burger vader. De nieuwe brievengaarder deed een deel van de bestellingen; de overige werden uitgevoerd door de van rijkswege aangestelde postbode Johannes Bernardus van Benthem (1872-1948). Res ontving een vergoeding voor het medegebruik van zijn pand als hulppostkantoor. Het was geopend van 8.00 tot 20.00 uur. In 1896 trouwde Res met Gisebertha Maria Zonjee uit Uitgeest, met wie hij zes kinderen kreeg. Mis schien was zijn grote gezin de aanleiding of het waren de eisen van de Posterijen, in ieder geval kwamen er in 1906 twee nieuwe panden in de plaats van het oude pand. Op de plaats van het vroegere woongedeelte werd een smal winkelpand gebouwd, waarin nu café My Way gevestigd is. Het oude postkantoor ernaast werd vervangen door een nieuw kantoor met een ruime bovenwoning. Het ging Jaap Res goed, totdat hij in 1913 beschuldigd werd van diefstal. Het gezin van brievengaarder en postkantoorhouder Jaap Res en zijn echtgenote Gisebertha Maria Zonjee. 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2018 | | pagina 7