Bepaling gemeentegrenzen van Castricum en Bakkum gemeentegrenzen Hoe en wanneer zijn de gemeentegrenzen bepaald? De duingrenzen Waarom en hoe meet de overheid een gemeentelijk grondgebied? T~) ij het bestuderen van de kaart van Castricum valt op hoe recht de grenzen in het duingebied liggen. Dit roept de vraag op hoe en wanneer men dat heeft bepaald. De grillige rode lijnen aan de oostkant geven ‘natuurlijke’ grenzen aan die grotendeels door waterin gen en dijken zijn bepaald. het Heemskerker Duin) en het Noorder Scheyt (geen weg maar een vallei bij de noordgrens van het Heemskerkerduin). De laatste staat aangegeven in 1680 op een kaart van Uitwa terende Sluizen. Er was toen dus al een grens vastgesteld. De grenzen in de duinen zijn moeilijk vast te stellen, omdat zij in de ‘woeste gronden’ van Castricum en Bak- kum liggen. In gebieden waar geen natuurlijke grenzen lagen, werd vaak gebruik gemaakt van puntobjecten. In het geval van het duingebied lijkt er gebruik gemaakt te zijn van de torens van Ter Coulster (Heiloo), Oude kerk Zuidkerkenlaan (Limmen), Oude kerk Dieloftslaantje (Akersloot), Oude kerk Castricummerweg (Uitgeest) en Oude kerk Dorpsstaat, tegenwoordig Kerkpad (Castri- cum). De toren van Ter Coulster is gesloopt in 1788. Tot op heden is van de wijze van grensbepalen in het duin geen vastlegging in archieven gevonden. Mogelijk liggen die in geschriften van de landeigenaren van destijds, zoals de heren Boreel, Barnaart, Deutz van Assendelft, Gevers, Marquette en weduwe Tinne van Egmond. De grenzen zijn waarschijnlijk ouder dan begin 19e eeuw. Zo is op de kaart Afbeeldingh van ‘t Graafschap van Egmont mitsgaders een gedeelte van de Heer lijkheid van Wimmenum alsmede van de Heerlijkheid Heijlo. Gecopieerd door mij Cornells Joan Stellingwerf naar een kaart van Jan Dirksz. Zoutman uit 1665 de rechte grens tus sen Egmond en Bakkum al zichtbaar. Op de kaart van Johan nes Dou uit 1660 zijn reeds rechte grenzen aangegeven tussen Egmond en Bakkum en tussen Bakkum en Castricum. Door een liniaal langs de rechte duingrenzen te leggen kom je onherroepelijk in het achterland uit op torens. Zou dat de sleutel zijn tot hoe de grenzen zijn bepaald? Uitleg Bij het opmeten van het grondgebied is natuurlijk gebruik gemaakt van de bestaande grenzen die vaak waren bepaald door waterwegen, dijken, wegen en gebouwen zoals kerktorens en molens of markante bomen. In Bakkum en Castricum is in de volgende gevallen water als grens gebruikt: Schulpvaart, Nellenbeeck, Baccumer Togt en De Dye. Dijken zijn als grens vastgesteld in het geval van de Braeckersdyc, Maer- of Coorendyck en in het verlengde de Heemsteder Dyck. Ook veldnamen geven grenzen aan zoals ‘Aan de banscheiding’ en ‘Zuiderschei’. In de duinen wijzen namen van duinpaden op grenzen: Schei- laan (het schei van Bakkum met Egmond-Binnen), Grens- weg (een pad ten zuiden van het Watervlak is de grens met 76 Om een gemeente te kunnen opmeten moet duidelijk zijn wat tot het grondgebied van de gemeente behoort. Het opmeten was noodzakelijk ten behoeve van het kadaster om met ingang van 1 oktober 1832 grondbelasting met enige precisie te kunnen innen. Reeds in 1816 werd gestart met het verkennen en meten van de gronden en grenzen. Eén jaar vóór de daadwerke lijke opmeting werd een landmeter aangewezen die met de grensbepaling en de geschillen daaromtrent werd belast. In Castricum was dat J.J. Nautz, landmeter van de 1e klasse, zoals we kunnen lezen op het verzamelplan tevens de kadasterkaart van 1821. Vervolgens werd met de burge meester de gehele omtrek van de gemeente langs gewan deld en werd een Proces Verbaal ter vastlegging opgemaakt. De rechte lijnen aan de noord- en zuidkant zijn ‘kunst matige’ grenzen in het duingebied. Op deze kaart uit 1867 ontbreekt de oude grens tussen Castricum en Bak- kum vanwege het eerder samenvoegen van beide ge meenten. Deze is nu lichtgroen ingetekend.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2018 | | pagina 76