de posterijen
schrijven en zei daarna: ‘Ik verzoek u dit in tweevoud te
tekenen. Een exemplaar is voor u.‘ Ik probeerde het nog
eens en stak weer mijn hand uit. Die negeerde hij opnieuw
en zei: ‘De zaken zijn hier afgedaan, u kunt vertrekken.
Ik heb er nog steeds een rot gevoel over zoals dat toen
ging. Dat was mijn entree bij de PTT.
Op 18 januari 1929 solliciteerde ik bij de directeur van
het postkantoor in Alkmaar. Ik was nog net 17 jaar. De
man heette Bouwmeester maar hij had de bijnaam ‘Nero
Ik had een paar" avonden bestellingen in Bakkum wegge
bracht en Klaas Peijs zei tegen me, als jij bij de post wil
komen, moet je wel beëdigd worden. Dan kom je bij Nero
terecht. Dan zal je wat beleven! Ik dacht... Nero, dat zal
toch wel meevallen. Ik had tenslotte al verschillende bazen
meegemaakt. Op mijn oude roestige fiets vertrok ik naar
Alkmaar". Het kantoor was aan de Koorstraat. Ik klopte
aan bij een loket en zei; ‘Ik kom van Bakkum en moet
beëdigd worden. Dan moetje dat gangetje' in, de hoek om
linksaf en bij de eerste deur links kloppen. Een kantoor
bediende opende de deur en die verwees me door naar de
directeur die aan een groot bureau zat. Het was een klein
mannetje met een lorgnet met een kettinkje eraan. Ik stak
mijn hand uit en wilde me voorstellen. Hij zei: ‘Neemt u
plaats. Ik ben van uw komst verwittigd. ’Hij wou geeneens
een hand van me. Daar begon het al mee. Ik zat tegenover
hem aan dat bureau. Echt een heel intimiderende houding.
Het duurde nog even voor de papieren er waren. Hij ver
zocht me om op te staan en twee vingers op te steken en
hem woordelijk na te zeggen ‘Zo waarlijk helpe mij God
almachtig'. Hij vroeg: Weet u al wat u verdienen kan?' Ik
antwoordde dat ik gehoord had 56 cent per uur ‘Hoe oud
is u?Ik antwoordde: ‘Bijna 18.jaar meneer ’Je voelde je
zo klein. Toen zei hij op geaffecteerde toon: ‘Het loon is
voor u 54 cent per uur, gaet u daarmee akkeurd? Jawel
meneer dat is wel goed. Wat moet je anders. Hij ging
Bakkum en Castricum waren vroeger allebei hulppostkan
toren (onder hoofdkantoor Alkmaar en laten Beverwijk).
Als je in het adres geen Bakkum schreef maar Castricum,
dan kreeg je de post een dag later Toen het hulppostkan
toor Bakkum in 1968 werd opgeheven, zijn wij met z’n
drieën, Jan Kabel, Henk Mandjes en ik, bij Castricum
gekomen en moest ik acht nieuwe wijken leren.
Toen ik begon, was de postbode nog een soort wandelend
kantoor. Kwitanties en belastingen innen en melkgeld uit
betalen aan de veehouders, het kon allemaal. We hadden
een grote wijk met veel afgelegen boerderijen. Belastingen
innen was een service voorde buitenwijken, meest allemaal
tuinders en boeren. Arte, ik moet nog effe belasting betalen.
Kom er effe in. Koppie koffie en een sigaartje. De postbode
was een onmisbaar figuur met een duidelijk sociale functie.
In l929 begon ik dus als postbode. Je haalde de post op
van het station. Na het sor teren op een tafeltje' in het kleine
kantoortje ging je op pad. Toen was er ook al reclame.
Iedere week wel van V&D, maat" ook van andere bedrij
ven. Kranten zoals de Schager en de Leeuwarder Cou
rant kwamen via de post. Je deed met een collega twee
bestellingen per dag. De tweede bestelling verviel pas in
Arie van Wonderen deelt in de dertiger jaren op het kampeerterrein de post uit.
6