Breedeweg 53: vanaf 1905 de familie Van der Park
ven, gaat hij voor zichzelf beginnen en houdt 20 koeien.
Gerrit overlijdt in 1992 en zijn echtgenote blijft er wonen
totdat de woning wordt gesloopt. Na een tijdelijk verblijf
in Limmen woont ze daarna nog tien jaar bij haar zoon Ton
in het nieuwe huis en tenslotte vanaf 2006 in De Boogaert,
waar zij in 2016 overlijdt.
De geschiedenis van het huis begint in 1903. Op 23
december van dat jaar is er op verzoek van de erfgena
men van Wulbert Melker een openbare verkoping van een
strook grond van Breedeweg tot Doodweg. De grond ter
grootte van 2570 m2 wordt gekocht door Jacob van der
Park. In 1905 laat hij hier langs de Breedeweg een huis
met schuur bouwen.
Jacob is in dat jaar op 50-jarige leeftijd gehuwd met de
wordt er in 1925 bijgebouwd en koopt hij in 1931 het stuk
land achter zijn huis dat doorloopt tot aan de Doodweg;
het gehele perceel wordt dan ruim 4200 m2.
Uit het huwelijk van Anton en Maria worden zes kinderen
geboren, waarvan er vier de volwassen leeftijd bereiken.
Na Maria’s overlijden in 1935 hertrouwt Anton in 1939 met
Louisa Charlotta in den Berken. In 1939 gaan zij wonen
aan de Nuhout van der Veenstraat en verhuurt Anton zijn
huis aan de Breedeweg daarna nog voor korte perioden
opeenvolgend aan Castricummers als Anthonius de Graaf
en Jacobus Zegwaard. Vanaf 1950 verhuurt Anton het huis
en de tuin aan zijn in 1949 getrouwde oudste zoon Gerrit
(1921-1992). Gerrit woonde daarvoor kort aan de Poelven
met zijn echtgenote Anna Metselaar. Zij krijgen vier kin
deren: Ria, Ton, Cita en Harrie. Gerrit is fabrieksarbeider
aan de linoleumfabriek, daarna opperman. Nadat hij in
1967 het bedrijf van zijn vader overneemt en ook meer
dere stukjes land in de Castricummerpolder heeft verwor-
1 Ji
óL,
SMal
Het nieuwe huis 51 en het naastgelegen huis 53.
Breedeweg nr. 51 werd in 1996gesloopt.
67
Buren en vrienden van de Breedeweg, v.l.n.r.: postbode Jan Meijne (1892), Anton Verver (1892), Jan van der Park (1913), Arie van der Park
(1911), Arie Meijne (1914) en Klaas van der Park (1908).