De posterijen in Castricum en Bakkum
de posterijen
Brievengaarder Johannes Rommel
r~7 e woonde dicht bij haar werk in het postkantoor aan de
Z /C F Smeetslaan, dus voor het opstaan luisterde Anneke
Bruin eerst nog even naar het nieuws. Ze kon niet geloven
wat ze die vroege ochtend van de vijfde maart van het jaar
2008 hoorde: sluiting van alle postkantoren! Even dacht ze
eraan om de hele dag in bed te blijven, maar dat ging na
tuurlijk niet.
distributieloon en daarnaast een paar centen per bestelling.
Naar aanleiding van klachten over een ‘buitensporig hoog
bestelloon’ schreef de inspectie van de posterijen in 1849
aan de burgemeester dat de aangestelde brievengaarder
voortaan geen geld meer mocht vragen aan ingezetenen die
op een afstand van niet meer dan een kwartier van zijn pand
woonden. Vijf cent per brief was het tarief voor mensen die
op grotere afstand woonden, maar die mochten desgewenst
de brieven ook gratis afhalen.
Volgens de Postwet van 1850 moest elke gemeente een
postkantoor hebben. Op 1 september 1850 werd het dis
tributiekantoor Castricum bevorderd tot hulppostkan-
Een van de oudste brieven in het Castricumse deel van het
Regionaal Archief is een handgeschreven brief
van de heer Van Assendelft, bewoner van kasteel Assum-
burg, uit 1607. Het postverkeer werd in die tijd nog uit
gevoerd door particuliere bodes, dus ook deze brief zal
hier wel op die manier zijn aangekomen. Later namen de
steden de postbezorging over. In 1678 beschikte de stad
Alkmaar over een eigen postdienst, uitgevoerd door Lam
bert en Hillebrand Schagen. Tussen Alkmaar en Haar
lem reed dagelijks via Castricum een postiljon. Het goed
begaanbaar houden van de hoofdweg, toen nog onverhard,
leverde veel problemen op. Door zandverstuiving kwam
rijtuigen regelmatig vast te zitten. Onder druk van het Alk-
maarse bestuur kwam het in 1785 zelfs tot een omleiding
via de Malleweg bij het Krengenbos, zoals beschreven in
het 28e Jaarboek (2005).
De logementhouder van De Rustende Jager, Johannes Rom
mel, was vanaf 1843 de plaatselijke distributeur van brieven
en werd ‘brievengaarder’ genoemd. In de doorrijstal naast
de herberg werden de paarden verzorgd. Hij ontving een
De 28e mei 2009 rond de klok van 16.00 uur ging het
postkantoor aan de C.F. Smeetslaan definitief dicht. Voor
de laatste klant was er een bloemetje van baliemanager
Peter Broers. In de voorafgaande weken konden bezoekers
hun gevoelens kwijt in een soort condoleanceboek. In alle
toonaarden werd treurnis uitgesproken over de sluiting en
medeleven geuit met het personeel. De mensen roemden
de service en de prettige omgang met de klanten. Iemand
herinnerde aan de vijftiger jaren toen het postkantoor nog
op de hoek Burgemeester Mooijstraat-Geelvinckstraat
was en Gerard Klaasse een begrip was in het hele dorp.
Het is lang geleden allemaal, maar de historie van de pos
terijen gaat nog honderden jaren verder terug.
Dat er wat ging gebeuren, tekende zich de laatste jaren
steeds duidelijker af. Het werd stiller in de postkantoren on
danks nieuwe producten als cadeaubonnen, staatsloten, bui
tenlands geld en reisverzekeringen, maar de aangekondigde Personeel postkantoor op de dag
algehele sluiting kwam toch keihard aan.
van de sluiting. V..l.n.r.: Peter
Broers, Wim Riepma, Linda van Straaten, Anneke Bruin en Tine
Tijssens.
Dorpsgezicht omstreeks 1730 van A. Zeeman. Links Herberg De Rustende
Jager waar de distributie van de post plaats vond. In de doorrijstal werden
de paarden van de postkoets verzorgd.
4