Een sociaal-cultureel centrum voor Castricum met vallen en opstaan
sociaal-cultureel centrum
Castricum krabbelt op
A l kort na het einde van de Tweede We-
ïkreldoorlog sprak het socialistisch raadslid
Gré Jacobs-Wentink een wens uit voor de tot
standkoming van een verenigingsgebouw. Er
werd zelfs een bestuur gevormd, maar er was
in het dorp nog zo verschrikkelijk veel meer
nodig. Wederopbouw, tbc-bestrijding, oude
renzorg en nieuwe schoolgebouwen eisten de
aandacht op. De gemeente kampte met begro
tingstekorten en de plannen verdwenen naar de
achtergrond. In 1962 had de gemeente voor het
eerst weer een sluitende begroting. Er kwamen
een commissie, actiecomité, stuurgroep en een
stichting die een programma van eisen voor een sociaal en cultureel centrum ging voorbereiden. De plan
nen strandden toen de R.K. Betlehemparochie een kerk- en ontmoetingscentrum ging bouwen. Op 2 no
vember 1975 werd door pastoor Van Dinteren de eerste steen gelegd. Ruim veertig jaar later is dit ook de
eerste steen van het sociaal- en cultureel centrum waar velen voor hebben geijverd. Met respect voor de
historie is dit symbool op 21 november 2017 in het nieuwe gebouw herplaatst.
Na de moeilijke na-oorlogse tijd waren er in de zestiger
jaren nieuwe tekenen van herstel. Chris Hollaender, voor
zitter van de afdeling Castricum van de Vereniging tot
Bevordering van het Volksonderwijs (vanaf 1968 Vereni
ging Openbaar Onderwijs) nam in mei 1962 het initiatief
voor een informatieavond over de mogelijke oprichting
van een muziekschool. Een van de sprekers was Oebe
Bootsma, directeur van de Alkmaarse muziekschool. Hij
benadrukte de grote waarde van muzikale vorming voor
de jeugd. Dezelfde avond kon al een comité worden
gevormd en in september 1962 stelde de gemeenteraad
subsidie beschikbaar voor de start van de school in januari
1963. De eerste voorzitter werd Chris Hollaender en Oebe
Bootsma de eerste directeur. De lessen vonden nog plaats
in allerlei schoollokalen, totdat voor instrumentele lessen
aan de Mient een pand gehuurd kon worden. De muziek
school en de bibliotheken waren de belangrijkste culturele
voorzieningen.
Met een beschrijving van alle initiatieven, actiecomités,
start- en stuurgroepen, programma’s van eisen, schets
ontwerpen en andere studies kan een groot deel van het
jaarboek worden gevuld. Velen hebben met hart en ziel
gewerkt aan de totstandkoming van een gemeenschaps
centrum. Bestuurders, organisaties, adviesbureaus enzo
voort kwamen en gingen zonder dat het doel bereikt werd.
Het verhaal laat ook zien hoe moeizaam soms instellingen
tot samenwerking te bewegen waren.
Na de oorlog vroeg de wederopbouw van het dorp eerst alle
aandacht. Mevrouw Jacobs-Wentink, pas in de gemeen
teraad, pleitte voor het opruimen van de puinhopen van
afgebroken huizen langs de Vinkebaan. Met veel moeite
kreeg burgemeester Smeets het voor elkaar dat een stukje
van het strand weer toegankelijk werd. De gemeente kreeg
in 1949 vergunning om een vrachtauto te kopen. Eindelijk
konden paard en wagen worden vervangen. Zo’n tijd was
het.
In de jaren vijftig kwam voorzichtig weer een cultureel
leven op gang. De Kunstkring Elckerlyc organiseerde
voorstellingen in het Corsotheater en regelde eenmaal per
jaar een concert van het NH Philharmonisch Orkest in het
veilinggebouw. Er werd ook ouderenzorg geboden. Bij
de oude dorpskern werden twaalf kleine woningen voor
senioren gebouwd. In het Tehuis voor Ouden van Dagen
aan de Overtoom (voormalig Armenhuis) vond een tien
tal ouderen onderdak. In 1956 werd een inzamelingsactie
gehouden voor de aankoop van een televisietoestel.
In 1965 werd een commissie ingesteld voor de bouw
van een sociaal en cultureel centrum. Naast voorzitter
W.M.Hendrikse maakten de heren P.F. Janzen, P. Brugge
ling, K.W. Koster en B. van Lier er deel van uit. Burge
meester Smeets en de heer J. Middelhoff ondersteunden
de commissie namens de gemeente. De commissie van
voorbereiding werd daarna verheven tot een initiatiefco-
46