Nardus Bos Mijn vader had in zijn verborgen schuur een paard staan. Hoe hij aan het dier is gekomen weet ik niet meer. Wel dat vlak voor de bevrij ding dit paard door verraad is opgehaald door de Duitsers en dat hij toen niets meer had dan wat schamele koeien en z’n gezin. De oorlog heeft me mijn kinderjaren ontnomen. Ik heb er een afkeer van uniformen aan over gehou den. En accepteer het niet als men mij belemmert De oude boerderij van Klaas Bos aan de Ruiterweg 59 (links). Achter het meest in mijn vrijheid. rechtse raam (tussen boom en nr 57) zat een verborgen schuur, die tijdens de oorlog werd gebruikt voor onder andere jenever stoken, slachten en het herber gen van onderduikers. In het voorjaar zijn we in familieverband begon nen met het bikken van stenen van de in 1943 afgebroken huizen aan de Ruiterweg. We hebben na de oorlog vele duizenden stenen kunnen her gebruiken bij de bouw van een nieuwe schuur met stallen achter de boerderij. In de zomer na de bevrijding is mijn vader naar het oosten van het land gereisd om paarden te kopen. Daar waren ze al langer bevrijd en hij had gehoord dat er paarden te over waren. Met het weinige openbaar vervoer dat voorhanden was, is hij uiteindelijk in Didam en omgeving geko men en heeft daar twee paarden gekocht van het zilvergeld dat in de oorlog gespaard was en zijn waarde hield. Het door de Duitsers verstrekte bezettingsgeld was niets meer waard. Lopend met de paarden aan zijn hand is hij terug gekomen en heeft daar vier hele dagen over gedaan. Mijn vader is nog steeds mijn held. Op 5 mei kwam dan eindelijk de bevrijding. Op die dag heeft mijn vader de Nederlandse vlag uitgestoken terwijl de Duitsers nog over de Ruiterweg liepen en reden. Pas op 8 mei kwamen de Canadese bevrijders door Castri- cum gereden. Ik heb ze door de Dorpsstraat zien rijden. Op de terugweg naar huis was er op de hoek van de Dr. Leenaersstraat en de Jacob Catsstraat een volksopstootje. Daar werden namelijk Nederlandse vrouwen, die met Duitsers waren omgegaan, kaalgeschoren. Toen ik dat bij thuiskomst aan mijn moeder vertelde zei ze: “De Duitse duivels zijn ver dreven, de Hollandse hufters zijn opgestaan”. Het was ook nog opmerkelijk dat op 8 mei 1945 een tank van de geallieerden in onze steeg stopte en men met een stafkaart nog eens de situatie betreffende de schuilplaats kwam bekij ken. Mijn moeder heeft de soldaten getrakteerd op bekers met melk. Dat was alles wat ze had om als dank aan de bevrijders te schenken 45 Intocht van de bevrijders bij het gemeentehuis van Castricum op 8 mei 1945. Ook Nardus was hier getuige van.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2018 | | pagina 45