I
>UW>***
hengelsport vereniging
De periode 1968 tot 1983
In de krant van 11juni 1968 staat het volgende verslag van
de eerste jeugdviswedstrijd:
“Op 8 juni 1968 werd door niet minder dan 65 jeugdige
leden van de Hengelsportvereniging Castricum deelgeno
men aan een grote viswedstrijd aan de Van Speykkade. Na
een spannende strijd, waarbij het ging om zoveel mogelijk
visjes te vangen, werd C. Tak eerste met in totaal 17 visjes.
J.M. Benard werd tweede, D. de Bood derde en H. Serlijn
vierde. Na afloop van dit zeer geslaagde' visfestijn werden
de jeugdige vissers getrakteerd op ijs.”
Over het klassement om de grootst gevangen karper
meldde dezelfde krant: “H. Woudenberg voerde de rang
en bovendien ingezetenen van de gemeente Castricum
moesten zijn. De eerste jaren (1966 tot 1974) werden er
fenomenale vangsten gedaan. Hengelsportwinkelier Piet
van Kessel kon toen regelmatig hengelaars noteren voor
de toenmalige ‘Kanjerkoningcompetitie van de KRO’ met
karpers groter dan 90 cm en palingen groter dan 100 cm.
De visserij in het Meertje van Vogelenzang was zo geliefd
dat de vereniging in 1967 de grens van 200 seniorleden
overschreed. De overgrote meerderheid van de leden
kwam niet in aanmerking voor een visvergunning van de
Groot-Limmerpolder. Die was immers voorbehouden aan
de eerste 50 leden met de oudste rechten. Dat was natuur
lijk niet vol te houden en de 50 poldervergunningen wer
den toen gesplitst in 50 zomervergunningen en 50 winter-
vergunningen. Bij de uitgifte van die vergunningen gold
het principe Wie het eerst komt, wie eerst het eerst maalt’.
Na een berichtje in de plaatselijke krant kon men al op 12
mei 1968 het 100e jeugdlid noteren. In dat eerste jaar zou
het aantal jeugdleden nog verder oplopen tot maar liefst
496.
Om de jeugd de kunst van het vissen bij te brengen werd
er op 25 mei 1968 een instructiebijeenkomst gehouden in
de Juliana van Stolbergschool. De opkomst was die mid
dag al bijzonder groot.
Er werd besloten om jaarlijks vijf viswedstrijden voor de
jeugd te organiseren. De jeugdleden werden met een con
vocatie voorzien van reclame van sponsors voor iedere
wedstrijd uitgenodigd.
Voor de viswedstrijden verzamelde de jeugd zich zater
dagochtend om kwart voor zeven op het Kooiplein waar
na afloop ook de prijsuitreiking werd gehouden. De stoet
begaf zich onder de hoede van acht controleurs naar het
strijdperk (de vijvers aan de Van Speykkade en de Beet
hovensingel).
Het vissen in de Casimirvijver was voorbehouden aan de
seniorleden en de Castricumse jeugd liet men haar gang
gaan in de andere vijvers. Dit leidde tot ongewenste situa
ties, want in een brief uit 1967 van Klaas Rond (secretaris
van 1967 tot 1985) aan de gemeente Castricum staat het
volgende:
“Gezien het feit dat door de jeugd van Castricum (5
tot 20 jaar) op ongehoorde wijze gewerkt wordt aan de
totale vernietiging van de door ons opgebouwde visstand
en het vernielen van de plantsoenen rond de gemeente
lijke vijvers, willen wij de jeugd van 8 tot en met 17 jaar
onderbrengen in een jeugdafdeling van onze vereniging.
Wij willen deze aspiranten een eigen jeugdbestuur geven,
waarvoor wij reeds van vijf jonge leden een toezegging
hebben gekregen. De HVC wil trachten in samenkomsten
met de jeugd door het geven van goede voorlichting over
de hengelsport e.d. te bereiken dat ze weten hoe ze zich
hebben te gedragen aan de waterkant.”
Dit viel bij de gemeente in goede aarde en de vereniging
verkreeg per 1 januari 1968 het volledige visrecht in alle
Castricumse vijvers. Er kwam een jeugdafdeling met een
eigen bestuur, bestaande uit jonge seniorleden:
voorzitter Cor Nuijens (met Huug Korsman als
tweede voorzitter);
secretaris Ber Veldt;
penningmeester Jan Veldt;
commissaris Piet ten Wolde, Ton Res, André Met
selaar en Henk Serlijn.
Kees Bedeke tijdens de aanleg van vissteigers in het duinmeer.
Jan Veldt met een karper bij het duinmeertje.
36
1
1