Dat het houden van een baarswedstrijd in die tijd een seri euze zaak was, blijkt uit de wedstrijd op 6 december 1936 ter gelegenheid van het 10-jarig jubileum van de vereni- Tijdens de eerste oorlogsjaren ging het verenigingsleven nog gewoon door. Voor het houden van een ledenvergade ring moest er sinds 21 juni 1940 toestemming worden ver leend door de politie, waarbij de locatie, het aantal deel nemers, de tijd en de agenda moesten worden overlegd. Op 12 juli 1942 hield men een gezamenlijke visdag in het kanaal bij De Stolpen. ’s Morgens vroeg vertrok men toen per fiets vanaf Kuilman naar het station in Alkmaar. Van daar ging de reis met de bus naar De Stolpen. In december 1942 werden de leden aangeschreven met de vraag of ze per 1januari 1943 nog lid wilden blijven, want bijna alle leden waren toen vanwege de evacuatie vertrok ken naar elders. ging. Men viste in de Ringvaart te Heerhugowaard met een gezamenlijke reis per autobus vanaf De Rustende Jager en de lunchroom van Ben Kuilman. Dat het bin nenwater in Noord-Holland toen anders was dan nu, blijkt uit het gegeven dat men niet als aas een worm maar de steurkrab (een brakwater garnaal) gebruikte. Na de wed strijd werden in de lunchroom van Ben Kuilman, onder het genot van enige consumpties, de wisselmedaille en de prijzen in de vorm van hengelsportgereedschap uitgereikt. Pas in 1946 begon er weer leven in de club te komen. Het visrecht van beroepsvisser Dirkson was op 1 april 1945 verlopen en de Castricumse hengelaars hebben er toen In deze beginperiode van de vereniging was het vissen beperkt tot de Groot-Limmerpolder en was men, net als de eerste Amsterdamse visclubs (visclubs waren baarscol leges genaamd), bezig met het houden van viswedstrij den op baars en de gezelligheid van het samenzijn in het clublokaal. De eerste baarswedstrijd werd in maart 1927 gehouden in de Egmondervaart. Voor hun hengelmaterialen konden ze vanaf 1934 terecht bij de hengelaar Jan Heideman, die in zijn manufacturen zaak aan de Dorpsstraat 69 ook visspullen ging verkopen. het stroapen door hun leden, het meenemen van vreemden (niet-ingezetenen, niet-leden) en jongens. In het hooiland mag niet geloopen worden. Het houden van hengelcon- coursen is in de wateren van den polder verboden.” Vaak was het niet eens mogelijk om zomaar ergens te gaan zitten en je hengeltje uit te gooien. De grasbermen waren verpacht en de pachter wilde daar soms geen publiek op hebben. Na de aanleg van de Zeeweg (N513) van Bakkum naar Limmen moest de vereniging voor het betreden van het gras langs de Schulpvaart bij de Grote Bocht en bij de Limmervoort een looprechtvergunning van de Provincie hebben. De baarsvissers op 6 december1936 tijdens de wedstrijd wegens hetlOjarig bestaan. V.l.n.r.: voorste rij: A. Hogenstijn, J. Zentveld, G. Casteele, K. Welsenes, J. Kijzers, C. Borst, C. Nijman, J. Zonneveld, L. Eggers en C. Orij; achterste rij: J. Vessies, H. Heideman, H. Eikhof, P. Bleijendaal, D. Hoogland, E.C. van der Vijgh, W.TMartens, G. Schermer Chr. de Geer C. Brakenhoff, A. van Weenen en G. van Straaten. 33

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2018 | | pagina 33