gr Hengelsport Vereniging Castricum 90 jaar De oprichting de I Rijkspoli- om voorzitter; tweede voorzitter; secretaris; tweede secretaris; penningmeester; commissaris; commissaris. Van de in 1908 opgerichte Haagse Hengelaarsvereni ging had men een huishoudelijk reglement ontvangen dat in klein comité al pasklaar gemaakt was voor de jonge vereniging. De contributie werd vastgesteld op 10 cent per week, te innen per drie maanden bij j vooruitbetaling. Daarnaast zou men een entree- j geld van f 2,50 moeten betalen. Verder was men unaniem van mening dat de vereniging zich moest aansluiten bij de Algemeene Hengelaars Bond. W- De eerste opdracht voor het bestuur was te zorgen y dat de leden een goed viswater kregen. Het bestuur ging eens praten met de heer Dirkson, die aanvankelijk niet bereid bleek om iets van zijn water af te staan. Na heel veel praten en onderhandelen lukte het Casteele en Kijzers uiteindelijk op 11 mei 1927 om een stuk van de Schulpvaart, vanaf het Bakkummer Stet tot aan de Hooge Brug in de Uitgeesterweg, te pachten. Voor het drie kilo- 31 Enkele hengelaars staken de koppen bij elkaar. Men moest een hengelsportvereniging oprichten want collectief viel meer te bereiken dan individueel. Iedereen die men wel eens met een hengel had zien lopen, werd dus benaderd en heel wat van deze liefhebbers verklaarden zich bereid om lid te worden van een op te richten vereniging. Op 25 november 1926 had de oprichtingsvergadering van ‘Hengelaarsvereeniging Castricum en Omstreken’ plaats in hotel De Rustende Jager. Daar werd het eerste bestuur gekozen bestaande uit: J. Mulder J.F. Rommel G. Casteele J. Kijzers F.A. Metzer J.P. Baas J.G. Ehrenfeldt et verenigingsleven nam aan het einde van de 19e eeuw een grote vlucht. Liefhebbers van de hengelsport bleven niet achter. Rond 1890 waren er in Amsterdam al zo’n 25 baarsvis clubs actief. In 1906 werd de landelijke Algemene Hengelaars Bond AHB opgericht. Dit om tegenwicht te bieden tegen de aangekondigde visserijwet, waarin de sportvissers achtergesteld zouden worden ten opzichte van de beroepsvisserij. Op 28 november 1926 werd de ‘Hengelaarsvereeniging Castri cum en Omstreken’ opgericht. In 2018, dus ruim 90 jaar geleden, een mooi moment om terug te blikken. thuis kwamen. De pachter van het vis recht de beroepsvisser heer Dirkson stuurde echter tie op de vissers af ze te doen stoppen. De Schulpvaart was een open baar vaarwater, net als de rest van de Groot-Limmerpolder. Bij Koninklijk Besluit van 23 juli 1921 viel het echter onder een uitzonde ringsbepaling en er was een vergunning nodig om daar te mogen vissen. “Hij zag in Castricum maar weinig liefhebbers van het vissen. Het bij veel Amsterdammers beroemde viswater Groot-Limmerpolder werd bijna niet gebruikt. In 1925 werd de Schulpvaart gebaggerd. Jongens, die op het Stet stekeltjes aan het vangen waren, zagen “zulke grote vis sen” zwemmen en boven het water uitspringen. Liefheb bers van het vissen ontdekten inder- daad grote karpers die op de zandbodem waren afgekomen. Er werd vanaf die tijd veel gevist. Er waren geluksvo gels die met meer dan tien bovenmaatse karpers i Gijsbertus Casteele was een Amsterdamse sportvisser die, omdat hij bij Duin en Bosch ging werken, in 1909 naar de Zeeweg nummer 7 te Castricum verhuisde. Hij is tot 1955 secretaris geweest Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van de club schreef hij een verslag over het ontstaan van de vereni ging, waaruit het volgende is ontleend.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Jaarboek Oud Castricum | 2018 | | pagina 31